Kerk & religie

„Wonderen kunnen het geloof niet werken”

LUNTEREN - „Wonderen brengen ons niet tot bekering. Het geloof wordt gewerkt door Woord en Geest. Wie het Woord niet gelooft, zal voor het wonder niet buigen.”

Van een medewerker
29 December 2006 19:30Gewijzigd op 14 November 2020 04:24

Dat zei ds. M. Karens, predikant van de gereformeerde gemeente van Werkendam, gisteren in Congrescentrum Belmont in Lunteren. Hij sprak tijdens een congres van de reformatorische studentenvereniging Solidamentum dat over wonderen ging.Ds. Karens stelde dat mensen geen illusies moeten hebben van de kracht van wonderen op buitenstaanders. In de tijd van de Heere Jezus waren er mensen die Hem volgden om Zijn wonderen, maar zij bléven Hem niet volgen. De Heere Jezus spreekt in de gelijkenis van Lazarus duidelijk uit dat mensen het Evangelie zelfs niet zullen geloven als er iemand uit de doden opstaat. Zijn conclusie was dat wonderen mensen niet tot bekering brengen. „Wie het Woord niet gelooft, zal voor het wonder niet buigen.”

De predikant ontkende het bestaan van wonderen in deze tijd niet. Hij gaf als voorbeeld iemand die ongeneeslijk ziek was en toch beter werd, of iemand in behoeftige omstandigheden die op het juiste moment een envelop met inhoud kreeg voor zijn levensonderhoud. Deze wonderen kunnen, aldus ds. Karens, wel dienen tot versterking van het geloof. Geloof dat door een wonder ontstaat, noemde hij een wondergeloof, dat zo maar weer kan verdwijnen.

Tijdens de forumdiscussie merkte hij op eraan te twijfelen of wonderen mensen bij het Woord van God zullen brengen omdat in de Nederlandse samenleving weinig voedingsbodem is overgebleven voor het Woord. Hij zag meer werfkracht in een dienende levenswandel, zoals de gelovigen van de eerste christengemeente hadden.

De Werkendamse predikant vond dat het iets anders zou kunnen liggen op het zendingsveld, waar de „frontlinie” is. Hij verhaalde van het wonder van een kind dat weer levend werd en het middel was om de macht van een medicijnman te breken.

Overigens vond hij dat achter de geschiedenis van het wonder in de Bijbel vaak een andere betekenis schuilgaat. „In de feiten van de wonderen is een analogie tussen het lichamelijke en het geestelijke.” Als voorbeeld noemde hij de wonderbare spijziging, waarover de Heere Jezus Zelf later spreekt. Dan zegt Hij dat Hij het Brood des levens is. Na de genezing van de blindgeborene zegt Christus dat Hij het Licht der wereld is en net voor de opwekking van Lazarus zegt de Heere Jezus dat Hij de Opstanding en het Leven is. „Je moet je hoeden voor vergeestelijken, maar het trekken van geestelijke lessen uit de Schrift is iets anders. Analogie is iets anders dan allegorie.”

De tweede spreker op het congres was drs. L. D. A. Harteveld, godsdienstdocent aan de Fruytier Scholengemeenschap. Hij wees erop dat wonderen in de Bijbel in drie perioden veel voorkwamen, namelijk na de uittocht, tijdens het leven van de profeten en gedurende het leven van de Heere Jezus. De nadruk van de wonderen in het Oude Testament ligt op Gods verbondshandelen: als het verbond wordt gesloten en als het wordt gebroken. In het Nieuwe Testament gaat het om het aanwijzen van de Heere Jezus als de Messias.

De docent gaf aan dat er tijdens de vestiging van de Nederlandse staat in de Tachtigjarige Oorlog ook wonderen gebeurd zijn. Ook verwees hij naar wonderen die Gods kinderen ervaren hebben en waarvan ze gewagen in levensbeschrijvingen. Hij was terughoudend over wonderen in het heden. „Als een gemeente gevestigd is, houden de natuurlijke wonderen op en gaan ze over in geestelijke wonderen: geloof en wedergeboorte.”

Drs. Harteveld waarschuwde voor allerlei bijzondere dingen. „Als men afrekent met Gods Woord, komen de wonderen van het heidendom naar voren, zoals occultisme en wicca.” Tegelijkertijd zei hij beducht te zijn voor wonderen waarvan de evangelische beweging spreekt.

Tijdens de forumbespreking gaf prof. dr. J. H. van Bemmel, hoogleraar medische informatica, als zijn persoonlijke mening dat het niet nodig is om te wachten op een wonder, omdat er om ons heen veel wonderen zijn. „Kijk naar de sterren, kijk in de ogen van een pasgeboren kind en je ziet een wonder. Gods schepping is fantastisch. Als we in de wetenschap verder komen, merken we dat we niets van de schepping weten.”

Prof. Van Bemmel leidde ’s middags een workshop over wonderen. Hij stelde dat God een wereld heeft geschapen die zo complex is dat de mensen daarvan slechts een fractie kunnen waarnemen. De wereld is boordevol wonderen. „Als God uit het niets de kosmos heeft geschapen, als Hij de mens het leven heeft gegeven, als Zijn Zoon op aarde is geweest, dan mag je erop vertrouwen dat het met de ’kleine wonderen’ ook wel goed zit, zelfs als ons verstand er letterlijk bij stilstaat.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer