Nederlandse arts in Dagestan ontvoerd
De 32-jarige Nederlandse arts Arjan Erkel van Artsen zonder Grenzen is maandagavond ontvoerd in de Zuid-Russische republiek Dagestan. Tot nu toe heeft niemand de verantwoordelijkheid voor de ontvoering opgeëist.
Onbekenden sleurden Erkel rond tien uur ’s avonds in een buitenwijk van de Dagestaanse hoofdstad Machatsjkala een Lada in en reden weg met onbekende bestemming. Sindsdien is niets meer van de Nederlandse arts vernomen.
De plaatselijke politie en de veiligheidsdienst FSB hebben direct een gemeenschappelijk onderzoeksteam ingesteld. Maar hun inspanningen hebben nog tot geen enkel resultaat geleid. Woordvoerders van Artsen zonder Grenzen in Moskou en Dagestan bevestigen al deze informatie, maar verwijzen voor verdere details naar het hoofdkantoor in Genève.
Erkel is het hoofd van de Zwitserse afdeling van Artsen zonder Grenzen in Dagestan. Deze voert een aantal gezondheidsprojecten uit in de Dagestaanse regio’s Chasavjoertov, Novolakski, Botlichski en Tsoemadinski.
Ook steunt ze de opvang van vluchtelingen uit de buurrepubliek Tsjetsjenië in het Dagestaanse Chasavjoertov, aan de Tsjetsjeense grens. Er zouden zich hier zo’n 8000 Tsjetsjeense vluchtelingen ophouden.
Artsen zonder Grenzen is een van de weinige hulporganisaties die actief zijn in dit gebied, mede vanwege het grote gevaar voor ontvoering. Dit is ook de regio waar in augustus 1999 het Russische leger de tweede oorlog tegen Tsjetsjenië begon. Deze oorlog duurt nog steeds voort en heeft al aan duizenden burgers het leven gekost.
Een van de redenen om deze oorlog te beginnen was een einde te maken aan het grote aantal ontvoeringen in en om Tsjetsjenië. Vooral buitenlanders zijn populaire prooien, aangezien ze extra veel losgeld opleveren.
Erkel is niet de eerste medewerker van Artsen zonder Grenzen die het slachtoffer is van ontvoering. Ruim een jaar terug werd in Tsjetsjenië zelf de Amerikaan Kenny Gluck ontvoerd. Na een maand kwam hij weer