Veerman: Uitzicht voor de landbouw
APELDOORN - De toekomst van de landbouw ziet er op lange termijn niet somber uit. Europa moet zich op eigen grondgebied verzekeren van genoeg voedsel. Het platteland kan de gestreste stedeling opvangen.
Dat stelde minister Veerman van Landbouw ” tijdens een conferentie over de toekomst van de landbouw in Paleis Het Loo in Apeldoorn.De demissionair CDA-minister gebruikte het koninklijke decor om zijn gedachten over het Europees landbouwbeleid te ventileren. Onder zijn gehoor waren onder anderen voormalige EU-commissaris dr. Franz Fischler, en VNO-NCW-voorzitter Wientjes.
De Nederlandse landbouw staat volgens Veerman „in het hart van de samenleving.” Ruim 70 procent van het Nederlandse grondgebied wordt beheerd door boeren. De agrarische sector is goed voor 10 procent van de werkgelegenheid en 10 procent van het bruto nationaal product.
Europa beschikt over een sterke landbouw en een hoge kennisgraad. Daarmee heeft de sector volgens Veerman een goede uitgangspositie om een sterke agrarische speler te blijven.
De voortgaande groei van de wereldbevolking en de verandering van het klimaat zorgen ervoor dat grondstoffen uit de landbouw steeds belangrijker en steeds schaarser worden.
Maar zou door de verdergaande liberalisering een deel van de grondstoffenvoorziening dreigen te verhuizen naar elders, dan moet Europa op dit punt bijsturen.
Omdat de wereld instabieler wordt, aldus de scheidend minister, moet Europa om strategische redenen grote afhankelijkheid voor voedsel van andere landen voorkomen. „Dit kan een grotere rol gaan spelen dan velen nu nog voor mogelijk houden.” De EU moet de belangrijkste producten garanderen en daarom „enige vorm van grensbescherming” hanteren.
Behalve voor de productie van voedsel, veevoer, energie en grondstoffen voor non-foodtoepassingen, biedt de landbouw in toenemende mate ruimte voor recreatie. Ook vinden landbouw en platteland een steeds belangrijker legitimatie als cultuurdrager.
Het landelijk gebied wordt steeds meer de plaats waar de gehaaste, drukbezette stedeling de genoegens van het goede leven, met streekgebonden producten, kan vinden. „Het beleven van rust en ruimte en het gevoel van vrijheid”, typeerde Veerman.
Ontspanning, recreatie en beleving bieden ondernemers in het landelijk gebied, al dan niet gecombineerd met agrarische bedrijfsvoering, aanzienlijke mogelijkheden. Zorgtaken op de boerderij voorzien in een behoefte van gehandicapten en geven een nieuwe invulling aan het boerenbestaan.
Boeren kunnen volgens de minister -„van geboorte boer en met hart en ziel eraan verbonden”- steeds minder rekenen op de Europese Unie als subsidieverlener. Na 2013 is er geen productiesubsidie meer. Wel komt er financiële steun om het platteland leefbaar te houden en natuurontwikkeling en recreatie te stimuleren. De regio en nationale overheid worden daarin bepalend, denkt Veerman. Voor de EU resteert dan de rol van medefinancier.
Waar Europese samenwerking in de jaren vijftig de economie versterkte met kolen en staal, voedselzekerheid en het besparen van dollars, voorziet Veerman dat Europa zich straks richt op voedsel en schaarse elementen zoals landschap, natuur, water en recreatie.