Kennistekort bij taal en rekenen
DEN HAAG - Bij de vakken Nederlands en wiskunde is in alle onderwijssectoren sprake van kennistekorten. Onderwijsinstellingen moeten de hiaten opsporen en daarvoor reparatieprogramma’s opzetten.
De minister van Onderwijs moet deze programma’s „ruimhartig ondersteunen.”Dat stelt de Onderwijsraad in het advies ”Versteviging van kennis in het onderwijs”, dat de voorzitter van de raad, prof. Van Wieringen, donderdagmiddag overhandigde aan minister Van der Hoeven van Onderwijs.
Het kennistekort bij het vak Nederlands spitst zich toe vooral toe op de basisvaardigheden woordenschat, grammatica, zinsbouw en op meer complexe taalvaardigheden, zoals het onderscheiden van hoofd- en bijzaken en redeneren. Bij wiskunde is er een tekort aan reken- en formulevaardigheden.
Sommige onderwijsinstellingen in het voortgezet en hoger onderwijs nemen nu al maatregelen om de kennistekorten weg te werken. De raad wil dat er meer systeem in komt. Alle scholen voor voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs moeten hiermee actief aan de slag.
De Onderwijsraad wil dat per vak wordt bepaald wat het basisniveau moet zijn. Ook moet duidelijk zijn wat de kern van de verschillende vakken is. Volgens de raad zit er op dit moment onvoldoende systeem in de manier waarop scholen en overheid de vakinhoud bepalen.
Overigens vindt de raad dat bij de bepaling van de vakinhoud ook anderen dan onderwijsgevenden en overheid betrokken moeten zijn. Zo zou het bedrijfsleven een grote rol kunnen vervullen.
De raad vindt dat het onderwijs het gemiddelde kennisniveau op moet krikken. „De lat kan hoger worden gelegd, en de norm waaraan we onszelf meten opgewaardeerd.”
Onderwijsinstellingen moeten nagaan hoe ze in hun profielen, leerwegen en opleidingen de lat hoger kunnen leggen en welke ondersteuning van de overheid daarbij nodig is.
In het advies wil de Onderwijsraad waken voor het beeld dat het kennisniveau in het hele onderwijs ondermaats is. „Een algemene conclusie dat het slecht gaat met de kennis in het onderwijs is niet te trekken”, schrijft het adviesorgaan.