„Toekomst vuurwerkfestival in handen gemeente”
De gemeente Den Haag moet beslissen of ze het vuurwerkfestival in Scheveningen over twee weken laat doorgaan. Directeur B. Vermijs van Organisatiebureau Scheveningen (OBS) concludeerde dat vrijdag na de behandeling van een kort geding door de president van de rechtbank in Den Haag.
OBS spande het geding aan tegen het ministerie van VROM in de hoop dat het vuurwerkfestival door kan gaan, ondanks adviezen van het ministerie bepaalde veiligheidsmarges in acht te nemen. Den Haag weigerde op basis van de brief het festival in de huidige vorm door te laten gaan. Volgens de raadsman van VROM is het stadsbestuur echter niet gehouden aan de aanbevelingen.
In de brief van het ministerie van 13 mei staat onder meer dat het veiliger is om met kleinere knallers te werken als er niet genoeg afstand is tussen publiek en vuurwerk. Den Haag voerde de richtlijnen direct in, aldus Vermijs.
De organisator zegt voor 6,5 miljoen euro gedupeerd te raken als er van 20 tot en met 23 augustus geen groot professioneel vuurwerk mag worden afgestoken. Ongeveer 350.000 bezoekers komen elk jaar op het internationale vuurwerkfestijn af. OBS organiseert het evenement al ruim 25 jaar.
Den Haag liet weten komende dinsdag, na bekendmaking van het vonnis in het kort geding, een gesprek te hebben met OBS. Daarin komen de voorwaarden aan bod waaronder eventueel toestemming voor het vuurwerkfeest kan worden verleend, meldde een woordvoerder.
De gemeente houdt daarbij wel vast aan de richtlijnen van de brief van VROM. Daarin staat dat gemeenten tot 1 juli aan het oude (soepelere) beleid kunnen vasthouden. De vergunningaanvraag van het bedrijf dat in Scheveningen vuurwerk wil afsteken, kwam op 2 augustus bij de gemeente Den Haag binnen, verklaart de gemeentewoordvoerder.
Het stadsbestuur vond de aanbevelingen van Pronk niet vrijblijvend genoeg klinken om ze in de wind te slaan. De bewindsman schreef onder meer: „Daarnaast dring ik er op aan dat gemeentebesturen tot en met 31 december 2002 de geadviseerde veiligheidsafstanden voorschrijven voor het afsteken van professioneel vuurwerk.”