Hiv-patiënt Mark: „Wees geen struisvogel”
BOSCH EN DUIN - Diakenen van de Christelijke Gereformeerde Kerken waren zaterdag bijeen om na te denken over het thema ”Aids, bekíjk het!”. „Laat je testen”, was de oproep van Mark, zelf hiv-patiënt, aan de diakenen. „Je weet maar nooit. Als je zelf struisvogel speelt, hoe kun je dan anderen de hand reiken?”
Mark kwam aan het woord in een van de workshoprondes. Zelf is hij met het virus hiv besmet. Hij heeft geen aids, zo benadrukt hij. Hiv betekent dat je wel de besmetting hebt, maar er niet ziek van bent. Met behulp van medicijnen en een gezonde levenswijze is het hiv-virus goed onder controle te houden. „Hiv is zo dichtbij. Het zit overal. Wees daarom open en ga het gesprek aan met elkaar.”Het geloof speelt een belangrijke rol in het leven van Mark. „Ik kan er nu mee leven. God helpt mij in de situatie waarin ik verzeild ben geraakt. Als ik maar iets van mezelf, een puntje maar, zelf vast wil houden, gaat het niet goed. Ik moet steeds alles aan Hem geven.”
Zo’n tachtig diakenen en andere betrokkenen kwamen zaterdagmorgen bijeen in verpleeghuis De Wijngaard in Bosch en Duin op de jaarlijkse diakenendag van de Christelijke Gereformeerde Kerken. „Een diaconaal oog op aids”, luidde de ondertitel van de dag.
Ds. W. N. Middelkoop belichtte het thema vanuit Bijbels oogpunt. „Diaconale bewogenheid betekent dat God aids voor ons neerzet met de vraag: „Wat doen wij met deze nood?””
De predikant lichtte toe dat aan de ene kant vanuit de Bijbel blijkt dat er wel degelijk een relatie is tussen zonde en ziekte. In het Oude Testament wordt er gesproken over een verkeerde levenswandel die ziekte tot gevolg heeft. Maar ook in het Nieuwe Testament komt deze relatie naar voren in Jakobus. „Bepaald seksueel gedrag kan aids veroorzaken. Wat iemand zaait, zal hij ook oogsten.”
Maar er is ook een andere kant, gaf de Urker predikant aan. „Je mag nooit zeggen: Boontje komt om zijn loontje. Dat is zeer ongenuanceerd. Hier is van toepassing: Oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld worde. Kun je tegen een baby zeggen dat hij of zij het aan zichzelf te danken heeft? Of tegen vrouwen die te lijden hebben door ongelijke verhoudingen en niets in te brengen hebben? Of tegen mensen die in een ziekenhuis besmet raken door een verkeerde bloedtransfusie?”
Voorzichtigheid is volgens ds. Middelkoop geboden. „We moeten niet liefdeloos veroordelen. Daarmee zouden we de neiging kunnen hebben om het probleem van ons bordje te schuiven. Maar dat deed Jezus ook niet. Hij ging met hoeren om. Jezus wijst ook de Samaritaanse vrouw niet af die haar zesde man heeft. Het past ons ook niet om mensen af te wijzen.”
De voorzitter van het deputaatschap diaconaat wees in zijn inleiding erop dat hij het „indrukwekkend” vindt dat er in het gedeelte in Matthéüs 25 over het laatste oordeel allemaal diaconale punten genoemd worden. „De Heere vraagt geen grote dingen van ons. Er staan allemaal punten die betrekking kunnen hebben op mensen met aids. Ze hebben eten nodig, een beker water. Ze zijn vaak vreemdeling in eigen omgeving omdat ze uitgestoten worden. Op het gebied van kleding hebben ze het vaak ook niet best. Maar al kom je aan al deze dingen zelfs niet toe, dan nog het laatste. Jezus zegt: „Gij hebt hen bezocht.” Het isolement doorbroken. Het komt dichtbij.”
Naast de lezing van ds. Middelkoop en de workshop van Mark, verzorgde ook mr. C. G. van der Staaij een workshop over de betekenis van hiv en aids voor de politiek. Daarnaast lichtte medicus dr. E. Agteresch het thema toe vanuit zijn vakgebied. M. Schouten sprak vanuit haar ervaringen als betrokkene bij de hulpverlening voor hiv en aids.