„Actualiseren is taak van de exegese”
LEIDEN - „De systematische theologie kan beter de Bijbel zo veel mogelijk laten liggen. De Bijbelse teksten bevatten ten minste 10.000 onderling verschillende uitspraken over God. Die in één systeem persen, doet de Bijbelse veelstemmigheid tekort.”
Dat zei dr. J. Tromp, docent vroeg Jodendom en godsdienst van Israël aan de Universiteit Leiden, woensdag op de Leidse universiteit tijdens een disputatie. Tromp, die de wetenschappelijke claim van de historisch-kritische methode in de Bijbelwetenschap verdedigde, ging in debat met prof. dr. E. Talstra, hoogleraar Oude Testament aan de Vrije Universiteit. Tromp betoogde dat de Bijbelwetenschappen zich niet voor het karretje moeten laten spannen van de „zogenaamde kroon van de theologie”, de dogmatiek. Volgens de Leidse docent zijn de Bijbelse gegevens te complex om een theologie op te bouwen.Opponent prof. Talstra erkende de veelstemmigheid van het Bijbelse getuigenis: „Veel mensen denken dat iets pas Woord van God kan zijn als het perfect klopt. Maar veelstemmigheid hoeft niet bedreigend te zijn. De vele stemmen zijn juist een spiegel van de concrete omgang van God met zijn volk.” Wel neemt Talstra een parcours in de Bijbel waar: „De Bijbel is geen open speelveld met telkens andere spelregels. Als wij bijvoorbeeld de Joodse canon nemen, dan zien we een parcours: van de opdracht in de Thora, via mislukking, profetische kritiek en verlossing naar de lofprijzing in de psalmen.”
Volgens de oudtestamenticus hebben Israël en de kerk deze gang herkend: „De geloofsgemeenschap van eeuwen is niet met een stel anonieme kleitabletten in zee gegaan! Achter dit parcours in de Schrift kun je niet terug zonder de theologie te verlaten.”
Tegenover het parcours van Talstra verdedigde Tromp het voorlopige karakter van de Bijbeluitleg: „Ik kan nu een exegetisch model -een parcours- presenteren, maar over vijftien jaar, of misschien morgen al, verwerpt een ander het.”
Omdat de Bijbelwetenschapper de ware uitleg van een tekst nooit met zekerheid kan vaststellen en altijd bereid moet zijn om zijn mening te herzien, relativeert dat volgens Tromp iedere theologie die zich op de Schrift beroept. „Je kunt beter je tijd besteden aan het formuleren van actuele antwoorden dan aan pogingen om ze uit de Bijbel te halen.”
Talstra ziet actualisering wél als een essentiële taak van de Bijbelwetenschappen. Volgens de oudtestamenticus heeft goede exegese altijd oog voor de onlosmakelijke band tussen de tekst en de geloofsgemeenschap waarin hij functioneert. „De Bijbelteksten zijn niet onlangs opgegraven, maar gaan al eeuwen mee. We moeten de Bijbel veel meer als overleveringscorpus gaan beschouwen, dus als teksten met een uitdaging aan ons vandaag”, stelde Talstra.
Tromp wierp tegen dat oude teksten als zodanig geen actuele uitdaging kunnen hebben: „Teksten zijn geen levende wezens, maar producten van mensen in een bepaalde tijd. Ook de uitspraken over God in de Bijbel zijn alleen in hun antieke context te begrijpen. Op zichzelf hebben ze geen betekenis voor vandaag.”
De Leidse docent ziet het actualiseren van de Bijbeltekst niet als de taak van de exegese, maar van de kerkelijke theologie: „De kerk heeft bepaald dat de antieke betekenis van de teksten voor haar vandaag relevant is. Dus actualisering is haar probleem, en niet dat van de exegeten.”
Talstra: „Als je als exegeet de tekst helemaal losmaakt van de geloofsgemeenschap en de uitleggeschiedenis, waarom gebruik je dan precies déze tekst? Kun je dan niet beter de veel oudere Qumranrollen gebruiken?”
De disputatie tussen Tromp en Talstra was de laatste in een serie disputaties die de kerkelijke opleiding vanwege de PKN in Leiden dit jaar voor de tweede maal organiseerde onder de naam ”Theologie in dispuut”. Of er volgend jaar een derde reeks disputen volgt, is nog niet zeker.