Wurmbrand ontvluchtte Roemenië, Visky bleef
UTRECHT - De Hongaarse predikant ds. Ferenc Visky (1918-2005) sloeg een aanbod om naar het buitenland te gaan af, Richard Wurmbrand ging wel, zo blijkt uit een bundel verhalen van ds. Visky over de beruchtste gevangenis van Roemenië, die in Gherla.
In de bundel ”Gebonden en toch vrij” (uitg. De Banier, Utrecht), die vanaf dinsdag in de boekhandel ligt, wordt verslag gedaan van het verblijf van de predikant van de Hongaarse Reformatuskerk in Roemenië in de gevangenis. Zijn ontmoetingen met de Roemeense predikant Richard Wurmbrand (1909-2002) nemen daarin een prominente plaats in.Ds. Visky was de geestelijk leider van de piëtistische beweging Christian Endeavor (CE), voor de Wende van 1989 de Bethaniëbeweging genoemd. Deze beweging keerde zich tegen de samenwerking van de kerk met het communistische regime. Na het mislukken van de Hongaarse opstand van 1956 werd de vrijheid van de kerk ook in Roemenië sterk beknot en verdwenen veel kerkelijk leiders in de gevangenis, onder wie Wurmbrand en Visky. Ds. Visky werd in 1958 gearresteerd en wegens „samenzwering tegen de socialistische orde” veroordeeld tot 22 jaar gevangenisstraf met dwangarbeid.
Visky en Wurmbrand zaten zeven jaar lang in de gevangenis in Gherla, de plaats waar vooral de geestelijk leiders opgesloten werden. De gevangenis stond bekend om zijn systematisch doordachte wreedheid. Visky en Wurmbrand stelden de officiële kerken op de proef, schrijft zoon Andras Visky in het voorwoord. „Met hun compromisloze non-collaboratie brachten ze de bestaande machten van kerkelijke denominaties in moeilijkheden.”
In de bundel wordt verslag gedaan van allerlei zaken die zich in de gevangenis afspeelden: gesprekken, ontmoetingen, kerkdiensten. Visky schrijft dat voor Richard Wurmbrand de isoleercel een bron van vreugde was. „Als ze zijn eten treiterend voor zijn neus weghaalden, spoorde dat hem juist aan tot het hardop uitspreken van zijn dankgebed.”
Een andere typering van hem: „Ik ken geen strengere en tegelijk liefdevollere criticus van de verwereldlijkte kerk, dan Richard.” „Een kerk die te sterk geritualiseerd en te dogmatisch gepantserd is, typeerde hij (Wurmbrand, KvdZ) als een verraadster van haar roeping en van haar opdracht.”
Wurmbrand werd in 1964 vrijgelaten, nadat een westerse zendingsorganisatie hem voor een groot bedrag had vrijgekocht. Hij heeft het land met zijn vrouw en zoon snel verlaten. Visky sloeg het aanbod om te vluchten dat buitenlanders hem kort nadien deden, af. Toen zij Wurmbrand van deze beslissing in kennis stelden, zei hij alleen maar: „Dat wist ik al wel van tevoren.”
Visky werd in 1964 vrijgelaten als gevolg van een algemene amnestie van politieke gevangenen onder het regime-Ceausescu. Pas in 1990 ontmoetten Visky en Wurmbrand elkaar weer. In 1998 was hun laatste ontmoeting. Visky was op uitnodiging in de Verenigde Staten en bezocht Wurmbrand in zijn woonplaats Los Angeles. Het verslag van hun ontmoeting is indrukkwekkend.
Wurmbrand was toen bijna negentig, Visky de tachtig gepasseerd. Samen zongen ze het koraal ”O, hoofd bedekt met wonden”. Wurmbrand hief opnieuw de lofzang van Maria aan in het Hebreeuws, zoals hij ooit in de cel gedaan had. Ze namen afscheid van elkaar: „Goede nacht, totdat we het ochtendgloren zullen aanschouwen.”
Het was, aldus Visky, de afscheidsgroet van de eerste christenen, als zij de dood tegemoet traden. Beide martelaren zijn inmiddels overleden, Wurmbrand in 2000, Visky in 2005.