„Relatie religie en geweld bijzonder complex”
AMSTERDAM - Religie en geweld: het begrippenpaar mag zich sinds 11 september 2001 in een enorme populariteit verheugen. De relatie tussen die twee blijkt echter zeer complex, zo komt naar voren uit het jongste jaarboek van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD).
”Religie. Godsdienst en geweld in de twintigste eeuw”, luidt de titel van het jaarboek, het zeventiende inmiddels (uitg. Walburg Pers, 288 blz.). De bundel, onder redactie van NIOD-historica Madelon de Keizer, werd maandagmiddag in Amsterdam gepresenteerd.„Het behoeft geen betoog dat de thematiek van dit jaarboek sterk geïnspireerd is door de grote rol die religie in de wereld van vandaag speelt”, schrijft De Keizer in haar voorwoord. „Ook al biedt het huidige onderzoeksprogramma van het NIOD hiervoor alle ruimte, tot op heden is er van instituutswege zelf geen onderzoeksproject aangevat waarin de rol van religie in oorlog en conflict in de twintigste eeuw centraal staat. Tot dergelijk onderzoek wil dit jaarboek graag een bescheiden voorzet geven.”
Een van de belangrijkste indrukken die de bundel bij de lezer zal achterlaten, is wel de complexiteit van de thematiek, zei historicus Paul Luykx maandag in zijn inleidend woord. Zo waren kerk en christendom ten tijde van de Tweede Wereldoorlog enerzijds -letterlijk- lijdend voorwerp. „Aan de andere kant dateert uit diezelfde jaren de vraag naar de medeverantwoordelijkheid van de kerken -in casu de rooms-katholieke- voor antisemitisme en Holocaust.”
En wat te denken van de Japanse ’zelfmoordterroristen’, de kamikazepiloten, die de opdracht hadden hun met explosieven volgestouwde vliegtuigen in de vijandelijke schepen te boren? „Onmiskenbaar, zo blijkt, voelden de betrokkenen zich gelegitimeerd en gesterkt door elementen uit de verschillende Japans-religieuze tradities, die zich moeiteloos met radicaalnationalistische gevoelens lieten verbinden.” En opvallend genoeg, aldus Luykx, komt hier, „via noties als ”zelfopoffering” en ”grote dood”, ook het boeddhisme in beeld, een religie die we toch hoofdzakelijk kennen als gericht op meditatie en persoonlijke verlossing.”
Aan de presentatie van de bundel was maandag een minidebat gekoppeld. „Is religie nu een belangrijker factor in de Nederlandse cultuur dan in de jaren tachtig?” wilde forumleider Jan Bank van de forumleden weten. „Volgens de secularisatiethese zou dat niet het geval zijn.”
Hans Blom, die binnenkort afscheid neemt als directeur van het NIOD, gaf aan „dat we ons wel enigszins verkeken hebben op de secularisatiethese. Die is denk ik waar voor de westerse wereld als het gaat om de georganiseerde christelijke kerken. Dat wil niet zeggen dat de behoefte aan religie in brede zin, aan zingeving, is afgenomen.”
Waarbij Oost-Europa nog weer een andere ontwikkeling te zien geeft dan West-Europa, stelde forumleider Bank. „De Russisch-Orthodoxe Kerk, bijvoorbeeld, is nog altijd volop in herbouw.”
De Belgische kerkhistorica Lieve Gevers plaatste kanttekeningen bij de bewering dat religie weer helemaal terug is. Afgaande op de enorme hausse aan religieuze boeken in de boekhandels zou je dat misschien wel denken, zei ze. „Maar de belangstelling daarvoor beperkt zich toch tot bepaalde groepen. Ik denk niet dat religie, zeker in België en Nederland, nog zo sterk z’n stempel op de samenleving drukt.”
Terug naar het thema religie en geweld. Een belangstellende: „Ik denk dat er ook in seculiere religies, zoals het nationaalsocialisme, prediking van geweld plaatsvindt. Ik ben heel benieuwd of u daar iets specifieks over te zeggen hebt.”
„Ik denk dat dit zeker het geval is”, antwoordde NIOD-directeur Blom. „Over het algemeen kun je zeggen dat zodra mensen gaan denken dat er mensen in de samenleving aanwezig zijn die de boel bederven, de kans op geweld toeneemt. Joden: ze werden beschouwd als een kankergezwel in de samenleving, dus moesten ze verwijderd worden.”
Bank tekende hierbij aan dat het wel zo is dat grote ideologieën zoals nationaalsocialisme en communisme bepaalde noties rechtstreeks aan bestaande religies ontlenen. „In de eerste plaats de idee van de verlossing. Twee: de manier waarop martelaren worden gehuldigd. En in de derde plaats geldt dat religies zich nogal eens laten nationaliseren. De Lutherse Kerk in Duitsland bijvoorbeeld.”
Inderdaad: de Lutherse Kerk in Duitsland steunde het nationaalsocialisme grotendeels, zei forumlid Theo Salemink. „Maar de Rooms-Katholieke Kerk deed dat weer niet. Terwijl die het totalitaire bewind in Spanje weer wél legitimeerde.”
„Ik vraag me af of religie in het algemeen structuren van geweld legitimeert”, zei de docent aan de Katholieke Universiteit in Utrecht. „Want zelfs de Rooms-Katholieke Kerk in Spanje had een theorie ontwikkeld over het „nieuwe heidendom.” En daarmee bestreed de kerk in Nederland weer de NSB. En vergelijk je de Rooms-Katholieke Kerk van voor en na de Tweede Wereldoorlog: na de oorlog ontwikkelde zij zich, zeker onder paus Johannes Paulus II, steeds meer tot een pacifistische organisatie.”
Is religie nu belangrijker dan in de jaren tachtig? Eén ding is zeker, concludeerde Madelon de Keizer aan het einde van het debat. „Ik kan me niet voorstellen dat de discussie zoals die zojuist, uit de losse hand, en soms emotioneel, werd gevoerd, in, laat ik zeggen, 1969 gehouden had kunnen zijn.”