HHK komt met eisen in geding met Prot. Kerk
UTRECHT - Er lijkt weer schot te komen in de zogenoemde ”verklaring voor recht”-procedure tussen de Hersteld Hervormde Kerk en de Protestantse Kerk. De advocaten van de Hersteld Hervormde Kerk hebben hun eisen ingediend bij de rechtbank van Utrecht.
Concreet gaat het hier om de eisen van de hersteld hervormde gemeenten die zich bij de al langer lopende rechtszaak hebben aangesloten. In het juridische jargon wordt dat ”voeging” genoemd. Omdat de rechter de gemeenten die zich mochten voegen ook het recht op ”tussenkomst” heeft verleend, mogen ze ook nieuwe eisen inbrengen. Dat hebben ze nu gedaan.Het rapport dat nu bij de rechter is gedeponeerd, bestaat uit een algemeen deel en een bijzonder deel. In het algemene deel eisen de advocaten van de HHK dat de rechter uitspreekt dat de betreffende hervormde gemeenten in de PKN hun zorgplicht, die ze volgens de HHK hebben ten aanzien van de hersteld hervormde gemeenten, nakomen.
Ook blijft de eerste eis in de procedure gehandhaafd, namelijk dat de rechter uitspreekt dat de hersteld hervormde gemeenten juridisch gezien de voortzetting zijn van de hervormde gemeenten in de voormalige Nederlandse Hervormde Kerk (NHK) en dat ze hun naam en goederen mogen behouden. Volgens de PKN zijn alleen de hervormde gemeenten in de Protestantse Kerk de voorzetting van de hervormde gemeenten in de NHK.
In het tweede deel van de nu ingediende eisen worden per afzonderlijke hervormde gemeente de vorderingen geformuleerd.
De PKN moet nu de komende weken met een antwoord komen op de ingediende eisen. Wanneer de rechter uitspraak zal doen in deze bodemprocedure is op dit moment nog onduidelijk.