Gewone vrouwen naast gewone mannen
BOVEN-HARDINXVELD - Om de paar jaar duikt het onderwerp weer op tijdens de contio van hervormde predikantsvrouwen. Het pastorieleven. En vooral: de plaats van de predikantsvrouw daarin. De contio, „een mix van een reünie en een bezinningsbijeenkomst”, vierde deze week haar vijftigste verjaardag.
De woning van de contiovoorzitter, mevrouw H. G. Schuurman-Hijmissen, staat onder aan de Rivierdijk in Boven-Hardinxveld. Een steile helling loopt vanaf de dijk naar het kerkplein. Een goudgele namiddagzon beschijnt de kerk. En de appelboom die in dit jaargetijde vrachten vruchten afwerpt.Aan het einde van het gesprek in het witte tuinhuis met de openslaande deuren komt Schuurman-Hijmissen nog even terug op de positie van de predikantsvrouw. „Wat deze positie moeilijk maakt”, zegt ze bedachtzaam, „is dat het werk van je man nauw samenhangt met je eigen geloof. Vooral als er in de gemeente problemen zijn, heeft dit zijn weerslag.”
Er is ook een keerzijde, benadrukt ze. „Dicht bij het werk van je man kan dicht bij het werk van God zijn.”
„De gemeente is niet alleen de plaats waar je man werkt”, geeft de predikantsvrouw aan, „maar ook je eigen kerkelijke gemeente. Als een ander spanning op het werk ervaart, is hij blij met de zondag. Hij komt tot rust in de gemeente. Even helemaal buiten de werkomgeving. Bij problemen in de gemeente kan de zondag voor een predikant en zijn vrouw juist voor extra spanning zorgen. Het werk en de kerk zijn verweven met elkaar. Dát geeft zo’n aparte situatie.”
Oude bekenden
De jaarlijkse contio -voluit: de Hervormde Predikantsvrouwencontio op Gereformeerde Grondslag in de Protestantse Kerk in Nederland- is een uitgelezen mogelijkheid voor predikantsvrouwen om met elkaar van gedachten te wisselen. Dertig vrouwen gaven zich op voor de eerste bijeenkomst in 1956, toen nog georganiseerd door de vrouwenbond. De dag slaagde, maar de predikantsvrouwen wilden het heft graag in eigen handen nemen. Ze staken de hoofden bij elkaar en vormden een commissie, die bestond uit de vier predikantsvrouwen uit het bestuur van de vrouwenbond.
Schuurman-Hijmissen ritselt in een pak oude notulen. Het ledental schommelt nu al jaren rond de 300. Het bezoekersaantal van de contio rond de 120. Ze komen vrijwel allemaal met hetzelfde doel: oude bekenden ontmoeten, van hart tot hart met elkaar spreken. „Dat is nodig”, weet de presidente. „Er is veel waar ze tegen aanlopen. Dingen die ze niet met gemeenteleden kunnen bespreken.”
Vooral tijdens de studiedagen, die sinds 1978 naast de contio’s bestaan, komen onderwerpen ter sprake. Wat de vrouwen bezighoudt, blijkt uit de thema’s in de stapel programmaboekjes naast de stoel van Schuurman-Hijmissen: op oudere leeftijd de pastorie in, leidinggeven, assertiviteit, de rol van de predikantsvrouw, grenzen trekken.
De contio zelf is wat informeler van aard. Schuurman typeert deze als een mix van een reünie en een bezinningsbijeenkomst.
Kindermeisje
Wat is het verschil tussen de predikantsvrouw van vijftig jaar geleden en die van nu? „Er werd destijds tegen haar opgekeken en veel van haar verwacht. Dat ze de vrouwenvereniging zou leiden, bijvoorbeeld. Na de oorlog verkeerden de mensen in een fase van opbouw, ook in de kerk. Er was behoefte aan leidinggevenden. Als je dat nu niet ziet zitten, zeg je: Dat is niets voor mij.”
Bovendien nemen vrouwen uit de gemeente de voorzittershamer op, zegt de Boven-Hardinxveldse. Ook het bezoekwerk is verleden tijd. De pastoraal werker en de hervormde vrouwendiensten namen het werk in hervormde gemeenten over. Huishoudelijke hulp in de pastorie, een kindermeisje: het is voorbij.
Schuurman-Hijmissen: „Een oudere dame vroeg eens tijdens de contio: „Als jullie dan niet meer meegaan op bezoek, wat doen jullie dan de hele dag?” We zeiden: „Wij werken in huis en zorgen voor de kinderen!” Veel predikantsvrouwen werken nu bovendien buitenshuis.”
Aparte club
Het bestuur van de contio speelde nog niet zo lang geleden met een workshop in op predikantsvrouwen met een baan. Zowel jonge als oudere vrouwen van wie de kinderen de deur uit zijn, toonden belangstelling. Tegenwoordig hoeft een predikantsvrouw nauwelijks meer aan een verwachtingspatroon te voldoen. Maar niets doen is erg weinig, vindt Schuurman-Hijmissen, die in een lezing eens aangaf dat er „niets, iets en alles” van een predikantsvrouw wordt verwacht.
„Ik denk”, zegt ze, „dat een predikantsvrouw haar man moet steunen. Dan hoef je echt niet per se iets in de gemeente te doen. Maar”, laat ze hier meteen op volgen, „ze is wel lid van de gemeente. Vanuit dat oogpunt is het goed om betrokken te zijn.”
Met „alles” bedoelt ze het liefhebben van God boven alles en onze naaste als onszelf. „Om deze houding van liefde draait alles. Liefde tot God, tot je man, tot de kerk en de gemeente. Maar ook tot jezelf. Anders houd je het niet vol. Het is belangrijk dat je goed in je vel zit.”
Grote schoonmaak
De presidente hoort wel eens de vraag stellen of zo’n aparte club voor predikantsvrouwen wel nodig is. „Voelen ze zich zo bijzonder? zeggen mensen dan. Nou, dat is het niet. Juist omdat we gewone vrouwen zijn naast gewone mannen willen we graag met elkaar in gesprek.”
Het bestuur is zich bewust van de hoge gemiddelde leeftijd van de contiobezoekers. Af en toe komen er jongere vrouwen bij. Zij die net in de pastorie zitten, krijgen twee keer een uitnodiging toegestuurd. Schuurman-Hijmissen wijt de vergrijzing onder meer aan het grote aanbod van ontmoetings- en bezinningsdagen, het buitenshuis werken van predikantsvrouwen en het afnemen van het collegiaal optrekken in ringverband.
Het vijftigjarig bestaan van de contio vieren de predikantsvrouwen op 9 november in Putten. Prof. dr. W. Verboom zal spreken over ”Geloven in de pastorie”.
In 1961 werd de contio verschoven van april naar februari. De reden hiervoor zullen predikantsvrouwen vandaag de dag niet meer aanvoeren. De oorspronkelijke datum viel precies in de tijd van de grote schoonmaak.