Waar geloof
De geringste trap van het zaligmakend geloof is een genade waarin de meeste mensen niet delen. Het is waar, God is rijk en milddadig in gaven van Zijn voorzienigheid aan anderen. Ze bezitten de goede dingen van dit leven. Velen van hen zelfs meer dan hun hart begeert. Anderen verrijkt Hij ook met grote gaven van Zijn geest, met natuurlijke en geestelijke kennis en wijsheid. Hij verleent hen zelfs gaven om op aangename wijze anderen te onderwijzen.
Er zijn er echter maar weinigen die Hij zaligmakend geloof schenkt. Jesaja riep uit: „Wie heeft onze prediking geloofd?” Ware gelovige vormen slechts een klein overblijfsel onder de mensen. Hij die slechts in een geringe mate zaligmakend geloof bezit, heeft datgene wat nooit van hem zal weggenomen worden.Wat een vreugde en troost ligt er dan in de laagste trap van het geloof. Maar het is wel van belang dat wij onszelf onderzoeken, of wij dat geloof bezitten, hetzij meer of minder, sterker of zwakker.
Ik beken dat zwakgelovigen in het nadeel verkeren wat hun troost betreft. Nochtans zien we aan het voorbeeld van deze vader dat zijn zwakke geloof, hoewel met veel ongeloof gemengd, kenbaar gemaakt wordt door: „Ik geloof Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp.”
John Flavel, predikant te Darthmouth (”Geschenk voor bedroefden”, 1775)
