Kerk & religie

Verzoening als iets actiefs tussen God en mens

EDE - Omkeer (”tesjoeva”) en verzoening (”kappara”): in het Jodendom verhouden ze zich tot elkaar als de holle en de bolle zijde van een lepel, zei de joodse theoloog dr. M. van Loopik maandag in Ede. „Verzoening is iets actiefs dat tussen God en mens plaatsvindt.”

Kerkredactie
26 September 2006 11:37Gewijzigd op 14 November 2020 04:08
EDE – Het Centrum voor Israëlstudies belegde maandag in Ede een studiedag over het thema verzoening, belicht vanuit de joodse traditie. Sprekers waren de joodse theoloog dr. M. van Loopik (vooraan op de foto) en drs. C. J. Rodenburg, Israëlconsulent n
EDE – Het Centrum voor Israëlstudies belegde maandag in Ede een studiedag over het thema verzoening, belicht vanuit de joodse traditie. Sprekers waren de joodse theoloog dr. M. van Loopik (vooraan op de foto) en drs. C. J. Rodenburg, Israëlconsulent n

”Geen verzoening zonder bekering - een Bijbels thema belicht vanuit de Joodse traditie”, luidde het onderwerp van een studiedag op de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), belegd door het Centrum voor Israëlstudies (CIS). Het CIS is een samenwerkingsverband van het deputaatschap Kerk en Israël van de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Zendingsbond en de CHE.Dr. Van Loopik, als docent verbonden aan de B. Folkertsma Stichting voor Talmudica, was een van de twee sprekers. Hij belichtte het onderwerp aan de hand van de ”Regels van Boete en Berouw”, opgesteld door de eminente joodse filosoof Mozes Maimonides (1134/5-1204/5). Het heilsgebeuren, zo besloot de inleider zijn referaat, „is een activiteit die van jou afhankelijk is. Waarbij geldt: er wordt niet gekozen.”

Dit laatste lichtte hij toe met een „verhaaltje.” „Een rabbijn vroeg aan een leerling: Als jij op sjabbat een geldbuidel vindt, wat doe je dan?” „Dan raap ik hem niet op”, zei zijn leerling, „want het is sjabbat.” „Maar dat kun je toch niet maken?” zei de rabbijn. „Een geldbuidel!” Hij vroeg het aan een andere leerling. Die zei: „Ik raap hem op.” „Maar dan overtreed je de sjabbat!” zei de rabbijn - en hij stelde de vraag aan een derde leerling. Deze zei: „Ik weet niet wat ik zou doen. Daar ga ik pas dan over nadenken.” „Heel goed”, zei de rabbijn. „Dat was nu het antwoord waarop ik zat te wachten. Pas aan het einde van de tijden zullen we weten wat we hadden moeten doen.””

Omkeer, zei dr. Van Loopik, „tesjoeva, is de weg van de mens terug naar God toe. Maar we zullen zien of God Zich ook tot ons wendt - wie weet: Jona 3:8 en 9. Dat is nu typisch het jodendom: er is hier geen logische keuze nodig. De mens moet alles doen wat in zijn macht ligt. En tegelijk weten we dat als hij alles gedaan heeft wat hij kon, dat God -Zijn genade- hem gedragen heeft.”

Draagt tesjoeva bij aan de komst van de Messias? wilde een aanwezige tijdens de plenaire bespreking weten.

Wanneer de Messias komt, is -inderdaad- mede van ons afhankelijk, zei dr. Van Loopik. „Waarbij het niet zo is dat wij mensen de Messiaanse tijd kunnen bewerken. Het is een keerpunt, waarin God als het ware ingrijpt. Het kan ieder moment gebeuren, en van iedere kleine daad van ons afhankelijk zijn.”

De joodse theoloog stelde, in het kader van wat Maimonides schrijft over de zondebok op Grote Verzoendag (Jom Kipoer), ook een vraag aan het christendom. „Is het christendom conditioneel of niet? Zijn er overtredingen waarvoor je verzoening krijgt ook als je geen tesjoeva, geen omkeer, doet?”

Tempel
Tijdens het morgengedeelte sprak drs. C. J. Rodenburg, Israëlconsulent voor het CIS in Jeruzalem. ”Geen verzoening zonder bekering?” was de titel van zijn inleiding.

In het kader van een studieproject rond het onderwerp verzoening interviewde Rodenburg joden uit verschillende stromingen - orthodoxe, conservatieve, liberale. Opvallend noemde hij het dat „geen enkele gesprekspartner nog moeite bleek te hebben met het wegvallen van de tempel. Verzoening is nu iets waar de mens volledig bij betrokken is.”

In het jodendom is sprake van een wisselwerking tussen bekering en verzoening, aldus de Israëlconsulent - die benadrukte dat zijn referaat slechts een „tussenbalans” vormde.

Taak van drs. Rodenburg in Israël is „luisteren, dienen en getuigen.” Komt het laatste element, getuigen, voldoende uit de verf, wilde een belangstellende weten. „Kunt u ook iets zeggen over úw inbreng?”

De inleider antwoordde dat de openheid voor „de christelijke stem” in Israël „in zijn algemeenheid” niet groot is. „Bepaald niet.” Maar, zei hij, „dit studieproject heeft ook niet als doel: getuigen. Wel: wat kunnen wij er, ook hier in Nederland, van leren?”

„Het is de weg van de dialoog die we moeten gaan”, aldus drs. Rodenburg. „Waarbij je er wel bent als christen. Daar word je in Israël ook op bevraagd. Maar pas als er vertrouwen is ontstaan. En dat kun je niet creëren of plannen. We willen als CIS ons getuigenis geven. Maar alleen in een veilige omgeving, waarin respect centraal staat. Ons past een houding van nederigheid, van dienen. Eigenlijk is het, in het licht van de wereldgeschiedenis, bijna onvoorstelbaar dat joden om tafel willen gaan zitten met christenen!”

Het studieproject rond verzoening, dat een plaats heeft naast andere projecten, moet uitmonden in „bruikbare brochures” ten behoeve van onder andere gesprekskringen en catechisatielessen, zo gaf drs. Rodenburg aan.

Voor 24 maart 2007 heeft het CIS een studiedag gepland over ”Bidden voor Jeruzalem, maar hoe?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer