Als hij zich niet had aangesloten bij de Amerikaanse oorlog tegen het terrorisme, dan had Pakistan een Amerikaanse aanval mogen verwachten en mogelijk een door Washington gesteunde Indiase inval in Kasjmir, aldus Musharraf in zijn maandag verschenen memoires.„Amerika zou zeker met geweld reageren, als een beer die gewond is”, schrijft Musharraf in het boek, getiteld ”In The Line of Fire” (In de vuurlijn). „U bent met ons of u bent tegen ons”, had de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, hem op 12 september 2001 laten weten. Daags daarna had Powells plaatsvervanger Richard Armitage gedreigd Pakistan „terug naar het stenen tijdperk” te bombarderen.

Zich bewust van de militaire, economische en sociale zwakte van Pakistan besloot hij de steun aan de talibanmilitie in Afghanistan op te geven, schrijft Musharraf verder. „Eigenbelang en zelfbescherming lagen aan deze beslissing ten grondslag.” Tegelijkertijd bestrijdt hij de stelling van de Amerikaanse president George Bush dat de inval in Irak de wereld veiliger heeft gemaakt. Het tegendeel is het geval, schrijft Musharraf.

De president stelt in zijn memoires verder dat zijn regering honderden miljoenen dollars van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA kreeg voor de uitlevering van personen die de Amerikanen van terrorisme verdachten. Het Pakistaanse regime heeft zo zeker 369 mensen overgedragen aan de VS. Wettelijk mag de Amerikaanse regering geen geld uitkeren aan een andere regering voor de uitlevering van gevangenen, maar wel aan particuliere criminelen- en terroristenvangers.

De Pakistaanse president maakte vorige week in een interview met CBS voor het eerst gewag van de Amerikaanse militaire dreigementen tegen zijn land. Armitage ontkende Pakistan te hebben bedreigd, maar gaf toe na 11 september in harde bewoordingen te hebben gewaarschuwd.

Musharraf verblijft momenteel in de VS. Morgen heeft hij een ontmoeting met president Bush op het Witte Huis in Washington, tegelijk met de Afghaanse president Hamid Karzai.