Kerk in China kent onstuitbare opmars
AMERSFOORT - De situatie voor de kerk in China verbetert gaandeweg. Daarvan is dr. Tony Lambert overtuigd. „Het is drie stappen voorwaarts, twee achterwaarts.” De Chinakenner nam woensdag een in het Nederlands vertaald exemplaar van zijn boek ”China’s Christian Millions” (”China voor Christus”) in ontvangst.
Lambert is voormalig Brits diplomaat in China en directeur van het China Studiecentrum van OMF International. In zijn jongste boek, ”China voor Christus” (uitg. Ark Boeken, Amsterdam), beschrijft hij de recente ontwikkelingen in China, gedocumenteerd, compleet met statistieken en overzichten per provincie.Zijn bevinding na vele reizen door bijna alle Chinese provincies is deze: „In dit immense land is een geestelijke ommekeer gaande die zijn weerga niet kent. In 1976 waren in China geen kerken toegankelijk, met uitzondering van twee kerken voor buitenlandse diplomaten en bezoekers. In 2006 zijn er meer dan 50.000 geregistreerde protestantse kerken en ontmoetingsplaatsen - evenals een groot aantal niet-geregistreerde huisgemeenten.
In 1949, toen de communisten aan de macht kwamen, waren er slechts 700.000 protestanten in China. Vandaag de dag zijn dat er officieel tussen de 17 en 20 miljoen - meer dan twintig keer zo veel.”
Het juiste aantal christenen, inclusief de leden uit de huisgemeenten, zou wel eens meer dan 60 miljoen kunnen zijn, schat Lambert. „Dit betekent dat China hard op weg is om het land met het grootste aantal evangelische christenen ter wereld te worden. Daarmee zou China de Verenigde Staten in aantal voorbijstreven.”
Drie-Zelfkerk
Lambert ziet echter ook een dubbel beeld bij de Chinese christenheid. Nieuw religieus beleid -dat op 1 maart 2005 van kracht is geworden- roept alle huisgemeenten op om zich te laten registreren. „Wie zich niet registreert, blijft illegaal. Huisgemeenten weigeren registratie omdat ze geen invloed van de overheid in de kerk accepteren. Ze willen vrij zijn om hun activiteiten te ondernemen. Christus is voor hen het Hoofd van de Kerk.
Toch zie je dat sommigen huisgemeenten zich de laatste tijd wel laten registeren, bijvoorbeeld in Sjanghai. Ze doen dat opdat ze kunnen participeren in maatschappelijke projecten.”
Lambert heeft een genuanceerde visie op de officiële Drie-Zelfkerk. Hij erkent dat deze kerk in het verleden geïnfiltreerd was door communistische spionnen en dat in deze kerk ook vandaag de invloed van de overheid groot is, met name op de kerkleiders. „Toch zijn de meeste leden van de Drie-Zelfkerken toegewijde christenen. Jonge intellectuelen binnen de Drie-Zelfkerken bevinden zich op sleutelposities. De meeste predikanten en leden hebben geen boodschap aan de politieke betogen van hun leiders. Ook zijn zij wars van de soms liberale geest die er op seminaries te vinden is.”
Kinderwerk
Een belangrijk probleem is dat kinderen voor hun achttiende jaar -volgens de godsdienstige bepalingen van de Communistische Partij- niet gedoopt mogen worden of lid worden van een kerk. „Kinderen uit niet-christelijke gezinnen zullen waarschijnlijk nooit een kerk bezoeken. Het onderwijssysteem in China is gebaseerd op de veronderstelling dat het atheïsme de waarheid is en dat de wetenschap godsdienst overbodig heeft gemaakt.”
Zondagsschoolwerk of ander kinderwerk zie je in de meeste Drie-Zelfkerken nauwelijks. Maar ook op dit punt zijn er veranderingen te zien, stelt Lambert. „In sommige Drie-Zelfkerken en huisgemeenten worden nu zondagsschoolactiviteiten gehouden, jongerenwerk opgezet en jeugdkampen georganiseerd, al blijft het een zwakke schakel in het voortbestaan van de kerk.
Positief punt is dat Chinese christenen actief zijn geworden op het punt van evangelisatie. De beperkingen van overheidswege zijn er nog volop, maar het is bemoedigend om te zien hoe voorgangers en gemeenteleden weigeren zich daaraan te houden.”
Opwekking
Lambert ziet een opwekking in China. „Elke dag worden er zes kerken voor het eerst of opnieuw geopend. Er worden jaarlijks 500.000 mensen gedoopt. De seminaries kunnen het aantal studenten niet aan. In totaal kun je zeggen dat 5 procent van de hele bevolking christen is. Er is een gestadige groei van de kerk onder studenten, intellectuelen en zelfs onder partijleden.”
De regering maakt zich over dat laatste grote zorgen en heeft reeds met disciplinaire maatregelen gedreigd. „Maar de partij faalt in alle opzichten. Slechts een minderheid gelooft nog werkelijk in het maoïsme. Het is een systeem dat zichzelf heeft overleefd. Maar liefst een derde van de 60 miljoen partijleden is lid geworden van een godsdienstige organisatie, en dat heel breed genomen: christelijk of niet-christelijk. Er is een crisis in China, niet in de religie, maar in het communisme.”
Spanningen en contradicties zullen er ten aanzien van de kerk voorlopig nog wel blijven, verwacht Lambert. Hij somt enkele gevallen van arrestaties en vernielingen van kerken op die zich dit jaar voordeden. „Wie zich niet laat registeren, loopt nog steeds de kans op gedwongen registratie, het sluiten of zelfs het verwoesten van kerkgebouwen. Met name in het noorden van China is de situatie van christenen nog moeilijk.”
Maar het zijn volgens hem slechts incidenten. „Ondanks de voortdurende arrestaties, vooral op het platteland, ontdekte ik in 2005 een grotere vastberadenheid bij de christenen uit huisgemeenten in de steden. Zij hadden een grotere mate van bewegingsvrijheid gekregen.
Het valt nog te bezien hoe strikt het nieuwe beleid zal worden uitgevoerd. Met de Olympische Spelen in 2008 in het vooruitzicht lijkt het onwaarschijnlijk dat de regering de internationale opinie tegen zich in het harnas zal jagen door harde acties. Toch zijn vervolgingen hier en daar nog aan de orde van de dag, vooral op het platteland, ver weg van de gebaande wegen. Maar het gaat langzaam maar zeker vooruit: drie stappen voorwaarts, twee achterwaarts.”