Volgens Samsom waren er mogelijkheden om het schip in Amsterdam te laten tegenhouden door de VROM–Inspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat. „Hier past geen duikgedrag, maar volledige openheid van zaken en het nemen van verantwoordelijkheden”.
Hij ging zelfs zover te stellen dat Nederland de ramp in Ivoorkust, waar het schip uiteindelijk zijn lading dumpte en waardoor zeven doden en duizenden gewonden vielen, „had kunnen voorkomen”.Samsoms woede was gericht op „de boeven van Trafigura Beheer”, de huurder van het schip en de eigenaar van de lading die voor een „lousy 500.000 dollar” die lading dumpte in een ontwikkelingsland. „Pak ze, grijp ze, vervolg ze.”. VVD–collega De Krom herhaalde dat later en drong ook aan op internationale actie.

De Probo Koala arriveerde begin juli in de haven van Amsterdam. Een dag later werd het afgeladen, waarbij mensen flauwvielen, stelde Samsom in een reconstructie. Volgens hem meldde een ambtenaar van de Amsterdamse milieudienst zich vervolgens bij de inspectie van VROM. „Hij stelde dat er sprake was van een calamiteit en vroeg of dit schip kon worden tegengehouden”.

CDA–woordvoerster Spies verweet Samsom dat hij veel te snel is met zijn conclusie dat Nederland de ramp had kunnen voorkomen. Ook was zij niet overtuigd van de noodzaak van een onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen, naast de onderzoeken die het Openbaar Ministerie en intussen ook de gemeente Amsterdam instellen.

Spies laat haar standpunt afhangen van de antwoorden van Van Geel.