Week van de Vooruitgang
De gestadige drup holt de steen uit. Het is dan ook goed jaarlijks een Week van de Vooruitgang te organiseren, meent Martijn de Koning Gans van Milieudefensie. „Een bestaand patroon doorbreek je niet zomaar.”
Het is toch vreemd dat iemand de auto pakt voor een boodschap, terwijl dit met de fiets prima te doen is, merkt De Koning Gans op. Hij is coördinator van de Week van de Vooruitgang. „En toch beslissen veel mensen niet om hun auto minder te gebruiken. Hij staat toch voor de deur, redeneren ze. Een belangrijk doel van de Week van de Vooruitgang is bewustwording.Jaarlijks bereiken we meer mensen. Dit jaar worden in 70 procent van de gemeenten activiteiten rond mobiliteit georganiseerd. Het aantal basisscholen dat meedoet met ”Op voeten en fietsen naar school” is bijna verdubbeld - van 400 naar 750. En in verschillende regio’s is het busvervoer gratis.”
De week zet zoden aan de dijk, merkt De Koning Gans. „Drie weken na de voorgaande edities bleken meer kinderen op de fiets naar school te gaan. Een autovrije dag heeft een meetbaar positief effect op de luchtkwaliteit.”
Met één autovrije dag kom je er natuurlijk niet. „Milieudefensie wil daarom als organisator van de Week van de Vooruitgang duurzame mobiliteit op de agenda van gemeenten krijgen. Luchtkwaliteit kwam begin dit jaar terecht in veel verkiezingsprogramma’s voor, want er zijn in ons land minstens 200 vieze stadswegen. Het is zaak die mooie verkiezingsleuzen concreet vorm te geven. We hopen dat de discussie over dit onderwerp weer oplaait, dankzij de activiteiten die volgende week plaatsvinden.”
Of er volgende week veel voor senioren georganiseerd is, weet De Koning Gans niet. „In Hilversum wordt in elk geval op 20 september een bike fair voor deze doelgroep gehouden. Onder ouderen, ook degenen die goed ter been zijn, is het autogebruik hoog. Naast het bezoeken van een show van speciale fietsen en accessoires, kunnen senioren hun gehoor, ogen en verkeerskennis laten testen.”
De coördinator maakt zelf nauwelijks gebruik van een auto. „Via Greenwheels, waar je een auto kunt huren als je die nodig hebt. Een eigen auto heb ik niet nodig. Ik reis met de fiets, de bus of de trein. Dat is veel beter voor het milieu.”
Week van de Vooruitgang
De Week van de Vooruitgang, een initiatief van verschillende organisaties, wil duurzame mobiliteit stimuleren. Vanaf vrijdag 15 september tot en met de vrijdag daarop staan lopen, fietsen, openbaar vervoer en kritisch autogebruik extra in de schijnwerpers, via tal van activiteiten. Zo wordt lopen en fietsen naar school en fietsen naar het werk gepromoot. De eerste vrijdag is het busvervoer in de provincie Noord-Brabant gratis. Tijdens de actiedag van Veilig Verkeer Nederland, de donderdag erop, staat veilig oversteken centraal. Verschillende gemeenten sluiten zaterdag straten en gebieden af in het kader van de landelijke autovrije dag. De week is de Nederlandse versie van de European Mobility Week, een initiatief van de Europese Commissie.
Lopen naar school
Lopen naar school is veilig en gezellig, ervaart Jeannette van Klinken. Ze is verkeersouder van de Koningin Wilhelminaschool in Hendrik Ido Ambacht. In samenwerking met drie aangrenzende scholen zette ze de acties rond ”Op voeten en fietsen naar school” op poten.
„In de winter loop ik met mijn kinderen naar school. Je krijgt het lekker warm en je hebt tijd om met elkaar te kletsen. Een kilometer wandelen is prima te doen. Ik was de eerste uit onze wijk die ging lopen. Inmiddels hebben meer ouders ontdekt hoe prettig én veilig zo’n wandeling is.”
De verkeersouder pakt ook regelmatig de fiets, maar daar zitten wat haken en ogen aan. „Rond school staan veel auto’s van ouders langs het fietspad geparkeerd. Je moet dan heel alert zijn op openslaande portieren.” De auto wordt nauwelijks van stal gehaald. „Nee, ook niet wanneer het regent. Lopen met een grote paraplu is veel rustiger.”
De reformatorische Koningin Wilhelminaschool vormt een cluster met een openbare, een christelijke en een rooms-katholieke basisschool. De scholen geven gezamenlijk invulling aan de actie ”Op voeten en fietsen naar school”. Namens de Wilhelminaschool leverden Van Klinken en Judith Vorstelman hun aandeel. „Alle kinderen maakten een verkeersbord. Inmiddels hebben we per school drie prijswinnaars aangewezen. Deze kinderen mogen donderdag in groepjes van drie met belangrijke mensen naar school fietsen, de projectcoördinator van De Volgerlanden, een wethouder en hopelijk de burgemeester. Zij kunnen de knelpunten in de verkeersveiligheid in de wijk en rond school dan zelf ervaren.
Op maandag houden de kinderen van de groepen 6, 7 en 8 onder leiding van de politie snelheidscontroles, onder meer met een lasergun en een stopwatch. Voor dinsdag en woensdag reiken we de leerkrachten ideeën aan om klassikaal aandacht aan de actie te besteden. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen uit een veiligheidstest, een fietscontrole of uit het spelen van verkeers-mens-erger-je-niet. Met behulp van een barometer houden we volgende week bij hoeveel kinderen er komen fietsen en lopen. Zijn dat er voldoende, dan worden donderdagmorgen prijzen uitgereikt aan alle groepen. Om alles te kunnen bekostigen, laten we het project door een bedrijf sponsoren.”
Stellig: „Lopen en fietsen zijn de veiligste manieren om naar school te gaan. We hopen dat kinderen dit zelf ervaren en dat ze hun ouders stimuleren om de auto te laten staan.”
Onafscheidelijke vouwfiets
Weer of geen weer, vrijwel altijd pakt Erik Kottier de trein of de bus. Met het openbaar vervoer en een vouwfiets bereik je veel plekken in Nederland, weet de fotograaf uit ervaring.
Ooit had Kottier (46) een auto voor de deur staan. „De reparatiekosten waren torenhoog. Ik realiseerde mij dat ik helemaal geen auto nodig had en heb het ding na acht maanden de deur uitgedaan. Nog altijd doe ik het zonder. Ik heb natuurlijk het voordeel dat ik in de grote stad woon. In en buiten Utrecht kun je prima met het openbaar vervoer, in combinatie met de vouwfiets, uit de voeten.”
De belangrijkste reden om de auto aan de dijk te zetten was het milieu. „Ik vond dat er te veel auto’s in Nederland rondreden.”
Kottier en zijn vouwfiets zijn bijna onafscheidelijk. De tweewieler gaat mee in de trein en in de bus. De laatste kilometers naar een opdracht legt de freelancefotograaf meestal met de vouwfiets af, al dan niet gestoken in regenpak. „Maar er zijn grenzen”, bekent hij. „Negen kilometer fietsen met zware fototassen is niet echt handig, vier kilometer is zo’n beetje mijn taks. Overschrijd ik die grens, dan huur of leen ik een auto. Dit gebeurt ook wanneer ik snel achter elkaar twee opdrachten af moet werken.”
De doorgewinterde reiziger is redelijk positief over het openbaar vervoer. „Tien jaar geleden kon ik mijn treinreizen op drie minuten nauwkeurig plannen. Die tijd is helaas voorbij, het aantal vertragingen is toegenomen. Moet ik ergens stipt op tijd zijn, dan calculeer ik een halfuur extra reistijd in. Je bent tegenwoordig niet altijd verzekerd van een zitplaats. Gelukkig kan ik mijn fiets als stoelvervanger gebruiken.”
Kottier maakt in zijn omgeving niet actief reclame voor het openbaar vervoer. „Ik probeer enkel enthousiasme uit te stralen over mijn manier van reizen en ik vertel dat je in de trein een krant kunt lezen en dat je uitgerust de bestemming bereikt.”
De inwoner van Utrecht overweegt niet om een auto aan te schaffen. „Kon ik het me goed veroorloven, dan zou het sowieso geen slee worden. Het gevaar ligt ook op de loer om de auto te pakken zodra het wat minder weer is. Mensen zijn moeilijk uit hun auto te krijgen, merk ik om mij heen. Een Week van de Vooruitgang zet in dit opzicht weinig zoden aan de dijk, vrees ik. Alleen wanneer autobezitters in hun portemonnee gepakt worden, zullen ze hun heilige koe vaker laten staan.”