In waarheid
„Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten en uw wegen zijn niet Mijn wegen”, spreekt de Heere. Dit is de nadrukkelijke taal van de profeet Jesaja. Er is geen grotere kloof tussen hemel en aarde dan tussen de wegen en gedachten van de Heere en die van de kinderen der mensen. Zoals er ook een oneindig onderscheid is tussen de Schepper en zijn schepselen, is er ook een onbegrijpelijk en onnaspeurlijk verschil tussen het oordeel van de Heere en dat van de mensen.
Het doen en oordeel van de mensen is dikwijls gebrekkig en onvolmaakt, omdat zij ook zelf zodanig zijn. De wegen en de gedachten des Heeren zijn altijd volmaakt, omdat Hij zelf volmaakt en zonder gebrek is. Het doen en het oordeel van de mensen is juist altijd niet naar waarheid, omdat hun verstand maar eindig is en niet tot alle zaken volkomen kan indringen. Omdat de Heere de God der waarheid Zelf is en naar Zijn oneindige alwetendheid alles volmaakt beseft, zijn Zijn wegen en gedachten altijd naar waarheid.Omdat de Heere doordringt tot in het binnenste van de zaak en deze doorziet, oordeelt Hij altijd zoals Hij moet oordelen: niet naar schijn, maar naar waarheid.
Johannes Beukelman, predikant te Alblasserdam (”Keurstoffen”, 1776)