„Zonder nieuwelingen is er iets mis”
ELSPEET - „Worden in uw gemeente nieuwelingen toegebracht? Als we over het laatste jaar niemand zouden weten, is er dan niet iets grondigs mis in onze bediening?” Ds. C. G. Vreugdenhil stelde deze vraag aan de ruim honderd bezoekers van de Haamstedeconferentie, die maandag van start ging.
De predikant van de gereformeerde gemeente te Vlissingen belichtte het onderwerp gemeenteopbouw tijdens de ambtsdragersconferentie. Hij deed dit naar aanleiding van Efeze 4, waarin de gemeente omschreven wordt als het lichaam van Christus. Dit lichaam is een organische eenheid waarin alle leden zich inzetten. „Het is niet alleen láten bearbeiden, maar ook een medebearbeiden. Ziet u de leden van uw gemeente zo? In de gemeente gaat het om groei en verdieping van de liefde tot Christus. Is er bij ons zekerheid van de zaligheid, vergeving van zonden en verdieping in heiliging?”De predikant vroeg zich af of we niet te veel een dominees- en ambtsdragerskerk zijn geworden. Als er meer jongeren en ouderen worden ingeschakeld, zou de taak van de predikant belangrijk ontlast kunnen worden, zo meent hij. Ook benadrukte hij het belang van werfkracht van de gemeente. „Hoeveel buitenkerkelijken hebben door onze bediening een plaats gekregen in de koestering en warmte van onze gemeente?”
De gemeente bestaat echter niet alleen uit wedergeborenen. „Dat betekent dat gemeenteopbouw niet een kwestie is van alleen maar dingen organiseren. Het gaat om het herscheppende werk van de Heilige Geest, waarvoor we moeten bidden. De Geest doet het, maar Hij werkt wel middellijk en dat betekent dat we bepaalde zaken moeten organiseren. Dat is onze verantwoordelijkheid.”
Hugo Binning
Ds. M. Goudriaan, binnenkort predikant van de hervormde gemeente van Veenendaal, sprak over de Schotse oudvader Hugo Binning (1622-1653). Hij typeerde hem als een bewogen Christusprediker. „Hij is een prediker die niet alleen zegt dat er buiten Christus geen behoud is, maar die daar ook echt van overtuigd is en die daarom in bewogenheid vermaant het leven in Hem te zoeken.”
Niet zonder reden wordt Binning nogal eens in één adem genoemd met Andrew Gray. „Beiden leefden in dezelfde tijd, preekten in Glasgow en directe omgeving, beiden stierven jong. Beiden kenden één hartstocht: de bruid werven voor de Bruidegom.”
Van Binning is volgens ds. Goudriaan terecht gezegd dat hij een uitgesproken antiarminiaan was. „Hij was een supralapsariër, zoals ook veel bekende Schotten dat waren. Maar dat deed bij hem niet af aan het brengen van een welmenende, nodigende evangelieprediking, die niet alleen tot uitverkorenen, maar tot zondaren in het algemeen komt. Binning ervaart geen tegenstelling tussen een stringente verkiezingsleer en een gulle, hartelijke evangelieprediking, waarin een onvoorwaardelijke nodiging uitgaat.”
Hemelvaart
Dr. W. van Vlastuin, predikant van de hersteld hervormde gemeente van Katwijk aan Zee, hield maandagavond zijn eerste lezing over de hemelvaart van Christus. Om astronomische redenen lijkt het vandaag niet meer mogelijk om de hemelvaart van Christus zo onproblematisch voor te stellen alsof de hemel achter de sterren ligt.
Er zijn twee klippen, volgens de spreker. „Enerzijds is er een wezenlijk risico dat wij dit geheimenis te simpel voorstellen, alsof het met de huidige kennis van de astronomische verhoudingen geen aangevochten zaak is. De andere klip is dat we de astronomie laten heersen over de theologie en de theologie onvoorwaardelijk aanpassen aan de astronomische gegevens.”
Dr. Van Vlastuin constateerde dat veel gereformeerde theologen de natuurwetenschappelijke problematiek rond de hemel en de historiciteit van de hemelvaart niet aan de orde stellen en zich beperken tot het vaststellen van de geestelijke betekenis van dit heilsfeit voor de leer van de verlossing. Volgens dr. Van Vlastuin stelt de Schrift dat het verheerlijkte lichaam van Christus onze orde te boven gaat. „Als het voor ons beperkte mensen wetenschappelijk niet verklaarbaar is dat Christus naar de hemel is opgevaren, hoeven we daarom de moderne astronomie niet te ontkennen. Het is eerder een bevestiging dat de orde van God onze aardse orde overstijgt. De geloofswerkelijkheid en de natuurkundige werkelijkheid behoeven elkaar niet uit te sluiten. Ze zijn echter van een verschillende orde.”
De hemel moeten we volgens de Katwijkse predikant niet vervluchtigen tot een schimmige werkelijkheid. „De hemel is een concrete realiteit. Het is opvallend hoe concreet en ruimtelijk er in de Schrift over de hemel wordt gesproken. Blijkbaar kunnen we niet concreet genoeg over de hemel denken. Christus is als mens opgevaren naar de concrete hemel. De hemel gaat wel boven ons denken uit, maar het is geen schimmige werkelijkheid. We hoeven er niet over in het onzekere te verkeren dat er een hemel is. Zo concreet als Hij als mens in de hemel is, zo concreet is het heil dat Hij heeft verworven.”
Ds. G. van Wijk, predikant van de hervormde gemeente Wezep, sprak over ontwikkelingen rond de rouwdienst.