Kerk & religie

„Ds. Kievit preekte laagdrempelig over de zonde”

DOORN - De theologiestudenten die deze week deelnamen aan de studiedagen van de Gereformeerde Bond kregen donderdagmiddag een luisteropdracht: Hoe stelde ds. L. Kievit in zijn prediking de zonde aan de orde?

Kerkredactie
25 August 2006 09:30Gewijzigd op 14 November 2020 04:02

In het kader van het weekthema ”Zonde!” beluisteren de studenten deze middag op het seminarium Hydepark in Doorn een preek die ds. L. Kievit in de zomer van 1975 in Putten hield. „Wat wij vanmiddag doen, heeft hij nooit gewild”, zegt de hervormde emeritus predikant dr. M. Verduin, die de leiding heeft. Voorafgaand aan het beluisteren van de preek geeft dr. Verduin, die zijn vicariaat bij ds. Kievit deed, vanuit zijn persoonlijke herinneringen aan de predikant een schets van diens leven.Ds. L. Kievit (1918-1990), zoon van ds. I. Kievit, was een ster die schitterde aan het kerkelijk firmament, maar niet op applaus zat te wachten, aldus dr. Verduin. Volgens hem heeft de hervormde predikant een ontwikkeling doorgemaakt. „De preken die ds. Kievit al als jongen schreef, hadden een bevindelijk, separerend karakter, waarin hij beschrijvend over de zonde sprak. Tussen zijn eerste en tweede gemeente, Schoonrewoerd en Putten, heeft hij een bekering doorgemaakt, waarna zijn preken veranderen. „Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt”, dat werd de grondtoon van zijn prediking.”

In de preek van ds. Kievit die even later klinkt, staat de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar (Luk. 18:9-14) centraal. Ds. Kievit: „De tollenaar komt met zijn zonden naar de tempel en God zegt: „Laat die maar hier, daar weet Ik wel raad mee.” De farizeeër komt naar de tempel met zijn gerechtigheden en God zegt: „Neem ze maar weer mee, daar kan Ik niets mee beginnen.””

Hoe komt in deze preek nu de zonde aan de orde? „Geen donder en geraas, maar laagdrempelig. Hij zegt eenvoudig: Is het je nou geen zorg hoe God over je denkt?” zegt de een. „Je wordt gedagvaard”, stelt de ander. „Door de wisseling van de identificatiefiguren is het heel levendig”, volgens een derde. „Dat maakt het herkenbaarder dan wanneer de zonde in een strak, geijkt model aan de orde komt.”

Encouragement
Met een zogenaamd encouragement sloot prof. dr. W. Verboom, bijzonder hoogleraar in Leiden, donderdagavond de GB-studieweek af. Naar aanleiding van Johannes 10 -waar Jezus zegt: „Ik ben de Deur”- stelde hij dat wie geroepen is geestelijk leiding te geven aan de kudde van de Heere, zich af moet vragen: Hoe kom ik tot de schapen? „Kom je de schaapskooi binnen via de Heere, of kom je binnen zonder Hem?”

De hoogleraar benadrukte dat theologie studeren niet zomaar een hobby is, maar een middel om voorbereid te worden om herder of leraar te zijn. „”Wie niet studeert, is niet bekeerd” is een oud gezegde in de gereformeerde traditie. Waarom? Omdat het straks gaat om Gods schapen en niet om de jouwe.”

Daarom kan een student alleen de gemeente binnengaan als hij Christus kent als de Deur. „Het gaat erom dat wij als aanstaande predikant of aanstaande werker in Gods Koninkrijk persoonlijk Christus kennen. Onze studie dient daarom doortrokken te zijn van de kennis van Christus. Dat is een mooie, maar ook een kritische, een ontdekkende uitspraak. Als de kennis van Christus er niet is, missen we de kern van de toerusting die we nodig hebben”, aldus prof. Verboom.

Daarom is de studie ook een persoonlijke oefening in de kennis van Christus. „Ook als je tijden kent van aanvechting en twijfel, als je in de war raakt en struikelt. Ook dan, juist dan, is en blijft Christus de Deur. Hoe paradoxaal het ook mag klinken: in de aanvechting, de bestrijding dat Christus de Deur is, leer je het meest Christus kennen als de Deur.”

Het perspectief van Johannes 10 wenkt, aldus de hoogleraar. „Laat Christus de Deur zijn als je Hebreeuws gaat leren. Laat Christus de Deur zijn als je de kerkgeschiedenis bestudeert. Laat Christus de Deur zijn als je de kerkelijke vakken volgt. Hij is de krachtbron, de inspiratiebron voor de vorming en toerusting tot de taak die wacht. Het is moeilijk, maar ook machtig om zo te studeren. Ik kan jullie zeggen, nu ik zelf aan het eind van het werk gekomen ben, dat je nooit, maar dan ook nooit beschaamd wordt. Wie door Christus ingaat, is een herder der schapen. Aan zulke herders heeft de kerk vandaag schreeuwend behoefte.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer