Brood en wijn
Als u dat brood en die wijn daar ziet staan op de tafel, afgezonderd tot dit heilig gebruik, zo moet u met uw hart overgaan tot de Heere Jezus. U moet overdenken hoe Hij voor de grondlegging van de wereld door de Vader daartoe afgezonderd en verordineerd is als een slachtoffer voor onze zonden, Gode tot een welriekende reuk.
Als u daar echter niet alleen brood, maar ook wijn ziet staan en niet alleen wijn maar ook brood, spijze en drank tesamen, maken die beide een volmaakt en volkomen voedsel. Dan moet u gedenken dat er in Christus is een volkomen genoegzaamheid om ons door Zijn verdiensten te brengen tot het eeuwige leven. Om zalig te worden behoeven wij niets anders dan gemeenschap met Hem. We moeten vast geloven dat Hij volkomen heeft betaald dat rantsoen waardoor wij verlost moeten worden. Hij heeft volkomen op Zijn schouders gedragen de gehele last van de goddelijke wraak, die onze zielen zou hebben doen smeken tot de afgrond der hel. Hij heeft volkomen onze geestelijke vijanden overwonnen. Als u het brood ziet gebroken worden en de wijn vergoten, moet u overdenken hoe Hij aan het kruis als een edel tarwegraan is vermalen en gebroken tussen de zware molenstenen van Gods verbolgenheid. Joos van Laren, predikant te Vlissingen (”Predikaties over diverse teksten”, 1670)