„Grootste nood is de zondenood”
OLDEBROEK - „We merken dat de hele wereld in brand staat. Waarom is het zo’n puinhoop? De grootste nood is de zondenood, daar is goddelijke ontdekking voor nodig. Hebt u ontdekt dat u deel uitmaakt van deze wereld? We moeten leren dat God geen onrecht doet als Hij ons voorbijgaat.”
Dit zei ds. C. L. Onderdelinden donderdagmiddag in zijn openingswoord op de zendingsmiddag in zijn gemeente, de vrije oud gereformeerde gemeente in Oldebroek. Een ruime 200 bezoekers waren aanwezig op de middag, die vooral ter ondersteuning van de Mbuma-zending werd georganiseerd.„Uit de zendingsgeschiedenis weten we hoe sommigen in eenzaamheid zijn uitgegaan. Daarom is het gebed ook zo nodig, gebed van het thuisfront. Laten we het zendingswerk op het hart binden”, riep de predikant de aanwezigen op. „En als u niet kunt bidden, mag dan de oproep tot bekering u tot schuld worden. We moeten leren dat God geen onrecht doet als Hij ons voorbijgaat. Zalig worden we uit genade alleen”, zei ds. Onderdelinden. „De kerk is er om het zout te zijn en het licht. Daarom is zending onze opdracht, ook om er geld aan te geven. Deze zendingsmiddag is er opdat zaad mag worden gestrooid. Het gaat om de gehele wereld.”
Ds. H. Zweistra, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Elspeet, mediteerde over Jesaja 65:1a: „Ik ben gevonden van hen, die naar Mij niet vraagden.” „In de tekst wordt duidelijk dat wij geen vragers naar God en geen zoekers van Hem zijn. Onze nood is dat wij onze nood niet kennen”, zo citeerde hij uit het vragenboekje van Hellenbroek. „In het paradijs hebben wij samen de deur dichtgegooid.”
De predikant wees erop dat de doodsklokken zo maar kunnen luiden. „Het woord uit Jesaja klinkt zo beschamend deze middag. Toen we God de rug toekeerden, was er niemand meer die God zocht. Er is geen vraag naar God in Oldebroek, in Elspeet, in Nederland en zelfs niet in de hele wereld. Je zoekt het misschien in je carrière of in je vrouw, je kind. Het leven in deze wereld neemt ons in beslag. Maar de wereld gaat voorbij met al haar begeerlijkheden.”
Ds. Zweistra: „Misschien zegt u: „Ik heb het al zo vaak gehoord.” Maar hebben we het al ter harte genomen? Kunt u in oprechtheid tegen uw kind, uw kleinkind zeggen: „Ik heb nooit naar God gevraagd?” Als we bij de wieg van een pasgeboren kind staan, moeten we belijden dat we geen kind ontvangen hebben met een nieuw leven. Ook dat kind moet wederom geboren worden. Maar God heeft de heilige doop geschonken als pleitgrond. Dan moeten we misschien van ons kind zeggen: „Hij vraagt niet naar God, hij zoekt niet, hij gaat niet naar de kerk. Maar hij is gedoopt in Zijn Naam.” In de Bijbel lezen we dat Jezus is de Deur, het Brood, de Weg, het Leven, ja alles. Is Hij ook uw alles geworden?” zo vroeg de Elspeter predikant.
Welvaart
Ds. J. van Prooijen, predikant van de oud gereformeerde gemeente in Rijssen, sprak naar aanleiding van Efeze 2:13 en 14. Thema van de meditatie was: ”Prediking tot bekering der heidenen”. In Efeze heerste veel welvaart, maar dat wil niet zeggen dat er sprake is van waarachtige bekering, aldus de predikant. „Evenmin als in ons welvarend Nederland, was die er in Efeze niet. Een zendingsmiddag mag bijdragen aan de zending. En een zendeling mag de God verkondigen die zijn hoorders vroeger niet kenden. Hij mag verkondigen dat er een levende God in de hemel is. Maar meer noodzakelijk is dat de zending in onze harten mag leiden tot de waarachtige bekering. Niet alleen voor de heidenen, maar ook voor degenen in ons land die zich christen noemen.”