Avondmaal
Er is zo’n grote domheid onder veel mensen. Zij komen tot het avondmaal van Christus en eten het brood en drinken de wijn en weten niet eens hoe met hun hart over te gaan tot de genade en verdienste van Christus. Zij blijven alleen hangen aan het uitwendige, dat zij met hun ogen zien en met hun handen tasten en met hun mond smaken.
Beklagelijk is dat zulke mensen in blindheid en dommigheid zeggen met duizenden andere christenen dat alle dingen goed zijn als zij maar aan het avondmaal zijn geweest en daar hebben gegeten van het brood en gedronken van de wijn. Al is het dan dat hun hart leeg was en niet meer bewogen dan een blok. Voorwaar, zulke mensen die alleen hun ogen en uitwendige zinnen volgen, hebben geen onderscheid in het lichaam van Christus. Zo eten en drinken zij zich een oordeel.Wij moeten nooit het avondmaal gebruiken dan met een ernstige overdenking van de bittere dood van onze Heere en Heiland Christus. Zo moeten wij het avondmaal levend maken dat wij in elk deel dat wij met het oog zien, met het hart overgaan tot datgene wat ermee bedoeld wordt.
Joos van Laren, predikant te Vlissingen (”Predikaties over diverse teksten”, 1670)
