Bot zet zich in voor Chinese christenen
DEN HAAG - Minister Bot van Buitenlandse Zaken blijft zich onverminderd inzetten voor het recht op godsdienstvrijheid in China. Zijn mensenrechtenambassadeur zal eind dit jaar opnieuw zijn zorgen over de vervolging van christenen in China aan de Chinese autoriteiten overbrengen.
Dat schrijft de bewindsman in antwoord op Kamervragen van de SGP en de ChristenUnie.De laatste jaren treedt de Chinese overheid steeds harder op tegen niet-geregistreerde religieuze stromingen, waaronder christelijke huisgemeenten en hun leden. De Nederlandse ambassadeur in China heeft dat aan Bot laten weten. Ook uit rapporten van de EU komt dit beeld naar voren.
De toegenomen christenvervolging baart de minister zorgen. Hij blijft zich daarom onverminderd inzetten voor het recht op godsdienstvrijheid in China en voor de ondersteuning van christelijke minderheden in dat land.
Over het algemeen kunnen dat soort kwesties het beste door de EU worden aangekaart, schrijft Bot. Mede op Nederlands initiatief besteedt de Unie uitdrukkelijk en bij herhaling aandacht aan godsdienstvrijheid in China en dringt de EU er bij de plaatselijke autoriteiten op aan om de situatie voor christenen te verbeteren. Tijdens de EU-Chinatop in Helsinki, op 9 september, zal de EU de zorgen over mensenrechtenschendingen aan de Chinese regering overbrengen.
De Nederlandse regering uit van haar kant in directe contacten met China regelmatig haar zorgen over het gebrek aan godsdienstvrijheid in het Aziatische land. Ook individuele gevallen, zoals gevangengenomen huiskerkleiders, komen dan aan de orde. Daarnaast ondersteunt de regering de ontwikkeling van de rechtsstaat in China door middel van een programma voor juridische samenwerking, dat mede is gericht op bevordering van mensenrechten. Dat kost ongeveer 1 miljoen euro per jaar.
De ervaring leert echter, schrijft Bot, dat de effecten daarvan eerder op de langere termijn en niet zozeer op de korte termijn merkbaar zullen zijn.