Ambtsdragers vrijuit na aanklacht
De Dordtse politierechter mr. N. J. van Spronssen heeft vrijdagmiddag een tweetal ambtsdragers van de hervormde gemeente van Zwijndrecht vrijgesproken nadat ze waren aangeklaagd wegens smaad.
De twee, ds. H. J. van der V. en ex-ouderling M. P. L., stonden terecht omdat ze volgens justitie de goede eer hadden aangetast van een familie uit de gemeente. De politierechter kwam tot een ander oordeel. Volgens haar konden de twee niet verantwoordelijk worden gesteld voor de roddels die over de familie de ronde waren gaan doen.
Het strafproces hield verband met de zaak van een leraar van het Marnixcollege in Dordrecht die eerder dit jaar werd veroordeeld wegens seksueel misbruik van een leerlinge. De man was op dat moment ouderling. Na zijn bekentenis legde hij zijn ambt neer en deed hij schuldbelijdenis.
Op vragen vanuit de gemeente over het beleid van de kerkenraad beriepen ds. H. J. van der V. en ex-ouderling M. P. L. zich op een eerdere verklaring van de misbruikte leerlinge dat haar vader en broers incest met haar hadden gepleegd. De ambtsdragers stelden dat zij hierdoor voor een dilemma stonden.
Justitie verweet de twee ambtsdragers dat ze geholpen hadden geruchten over de betrokken familie te verspreiden. Die zag zich daardoor genoodzaakt te verhuizen. Officier van justitie mr. W. de Boer wees erop dat de jeugd- en zedenpolitie het incestverhaal als onjuist had betiteld. Ze vroeg een geldboete van 1000 euro en een voorwaardelijke taakstraf van 30 uur.
Ds. Van der V. zei zich niet schuldig te voelen, maar zich wel diep te schamen dat deze zaak vanuit de christelijke gemeente bij de rechter was beland. „We hadden het zelf moeten oplossen.”
Politierechter Van Spronssen vond het achteraf bezien niet tactisch wat de twee ambtsdragers destijds hadden gezegd, maar dat leverde geen smaad op. Ze wilde wel gezegd hebben dat „die praatjes afgelopen moeten zijn.” Daarbij richtte ze zich speciaal tot het publiek in de rechtszaal, onder wie zij veel gemeenteleden vermoedde. Ze adviseerde de onvrede over de gang van zaken weg te nemen, omdat doordoor mensen uit de gemeente wegblijven of worden uitgestoten.
De politierechter zei te beseffen dat haar uitspraak onbevredigend is voor de betrokken familie, maar ze zei juridisch geen reden te zien om tot veroordeling over te gaan.