Kenneth ontkende de beschuldigingen, maar weigerde tijdens de behandeling van zijn zaak wettelijke bijstand te accepteren. Het doodvonnis moet nog door een hogere rechtbank worden geratificeerd voordat het kan worden uitgevoerd.

Mensenrechtengroepen en minderheden in Pakistan voeren al lange tijd campagne voor het afschaffen van de godslasteringswetten in hun land. Zij vinden die discriminerend voor niet-moslims. De Pakistaanse bevolking, met een omvang van 145 miljoen mensen, bestaat voor ongeveer 97 procent uit moslims. Christenen, hindoes en sikhs maken de overige 3 procent uit.

Joseph Francis, een christelijke mensenrechtenactivist, verklaarde tegenover de BBC dat Kenneth te kampen heeft met psychische problemen. Volgens hem had de voormalige regeringsbeambte eerst medisch moeten worden onderzocht.

„We denken dat er in de zaak-Kenneth geen sprake is van gerechtigheid”, zei ook Khalid Gill, leider en woordvoerder van het Christelijk Bevrijdingsfront, dat de belangen behartigt van christenen in Pakistan, tegen The Associated Press. „Hij had een behandeling moeten ondergaan in een psychiatrisch ziekenhuis.”

Anwar Kenneth werd een jaar geleden gearresteerd in Lahore nadat hij, naar men beweert, een brief had gestuurd naar een plaatselijke imam en andere mensen. Daarin deelde hij mee dat hij Christus was en noemde hij de islam een valse religie. Sindsdien zit hij gevangen.

Nog geen twee weken geleden sloeg een mensenmenigte een moslim dood in een dorp in de provincie Punjab. De man zou de islam hebben gelasterd. Volgens de politie had hij eveneens te maken met psychische problemen en was hij vijf jaar eerder vrijgesproken van godslastering op grond van ontoerekeningsvatbaarheid.

Begin deze week heeft een alliantie van niet-islamitische religieuze groeperingen er bij de militaire regering op aangedrongen de blasfemiewetten af te schaffen. In hun ogen worden deze gebruikt om er persoonlijke rekeningen mee te vereffenen. Onder de Pakistaanse wetten is slechts de beschuldiging van één moslim nodig om tot vervolging van niet-moslims over te gaan.

De Pakistaanse Minderheden Alliantie wil verder dat de regering een rechterlijke commissie instelt om zaken van mensen die ten onrechte worden beschuldigd van godslastering opnieuw te bekijken.

Het was de militaire leider generaal Zia-ul Haq die de wetten in 1985 introduceerde. Zij schrijven de doodstraf voor in geval van lastering van de profeet Mohammed of andere profeten en heilige boeken.

Twee jaar geleden nam generaal Musharraf een amendement in overweging dat aandrong op een onderzoek vóór elke arrestatie. Later liet hij het plan echter, onder druk van voorstanders van de harde lijn, vallen.

Hoewel intussen al een aantal keren de doodstraf is uitgesproken, is er tot op heden niet een uitgevoerd.

Begin juli veroordeelde een Pakistaanse rechtbank eveneens een christen ter dood. Ashiq Masih (25) zou de profeet Mohammed hebben gelasterd. Een andere christen, Ayub Masih (34), zit al vier jaar in de dodencel. Begin dit jaar kondigde het hoogste gerechtshof van Pakistan aan een hoger beroep van hem in behandeling te nemen. Dat is echter nog steeds niet gebeurd.