Watersnoodmuseum trekt steeds jongere bezoekers
OUWERKERK - Het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk heeft vanmiddag de 150.000e bezoeker verwelkomd. Ook in deze warme tijd doen zo’n honderd mensen per dag het museum aan. „Het is hier zo’n 29 graden. Als de mensen binnenkomen, zeggen ze: Wat lekker koel.”
Dat vijf jaar na de opening al de 150.000e bezoeker begroet zou kunnen worden, is boven elke verwachting, zegt bestuursvoorzitter J. Schoof.Vorig jaar kwamen er ruim 23.000 bezoekers. Dat aantal lijkt alleen maar verder te stijgen. Dit jaar is het museum in juli en augustus voor het eerst langer open: vanaf 11.00 uur, twee uur eerder dan normaal.
Schoof ziet de gemiddelde leeftijd van de bezoekers steeds meer dalen. „Aanvankelijk kwamen vooral de mensen die de watersnood in februari 1953 zelf hebben meegemaakt en degenen die destijds hulp boden. Uit die groep zijn er elk jaar wel zo’n honderd mensen die materiaal aan het museum afstaan. De laatste tijd zien we opmerkelijk veel gasten in de leeftijdscategorie 25 tot 45 jaar. Gelukkig is er ook bij jongere generaties steeds meer belangstelling voor de ingrijpende gebeurtenissen in dit gebied.”
Vakantiegangers doen het museum eveneens aan, ook al worden ze vanuit een vrolijke vakantiesfeer opeens met veel ellende geconfronteerd. „Vroeger raceten de mensen naar Haamstede of andere kustplaatsen. Tijdens hun vakantie trokken ze van de camping naar het strand naar de camping naar het strand. Nu willen veel mensen toch wat meer variatie. Ze trekken het hele eiland over.”
Het museum is gevestigd in een van de caissons waarmee het gat in de dijk bij Ouwerkerk werd gedicht. De betonnen bak ligt te blakeren in de zomerzon. „We dachten dat het beton de hitte wel buiten zou houden, maar daar hebben we ons in vergist”, zegt Schoof. „De warmte die het opneemt, straalt ’s nachts door naar binnen. Daardoor stijgt de temperatuur elke dag driekwart of een hele graad. Maar het is nog altijd koeler dan buiten, en de mensen zijn hier even uit de zon.”
Om te benadrukken dat het museum niet alleen over Schouwen-Duiveland maar over het hele rampgebied in Zuidwest- Nederland gaat, werd woensdag een grote landkaart onthuld waarop de gehele getroffen regio is aangeven.
Vorig jaar oktober presenteerde het Watersnoodmuseum uitbreidingsplannen. Het zal in de toekomst alle vier de Phoenixcaissons omvatten. Ze worden door gangen met elkaar verbonden.
Naast de huidige tentoonstelling over de gebeurtenissen tijdens en direct na de ramp komt er extra aandacht voor de emoties en de persoonlijke aspecten van de dramatische gebeurtenissen, voor de gevolgen van de watersnood in andere landen, voor de 1836 slachtoffers en voor het leven met water in de Lage Landen. Er komen wandelvoorzieningen en een uitkijkpunt bij het museum.
Woensdag verscheen een folder waarmee het museum geld gaat werven. De operatie vergt 3 miljoen euro. Inmiddels heeft de provincie Zeeland 300.000 euro toegezegd. De bijdragen van andere fondsen waren mede daarvan afhankelijk. „De gemeenten wilden het toezeggen van bijdragen graag even over de raadsverkiezingen heen tillen. We dachten de fondswerving komend najaar rond te hebben, maar dat wordt wel even wat later. We gaan niet aan de slag voordat we al het geld bij elkaar hebben. Zo nodig voeren we de plannen gefaseerd uit.”