Opinie

Mooi wanneer ondernemer zijn vermogen inzet voor goede doel

Het is een goede ontwikkeling dat ondernemers actief hun vermogen bij hun leven willen inzetten ten bate van de samenleving, stelt ir. H. Kievit.

4 July 2006 11:44Gewijzigd op 14 November 2020 03:54

Bill Gates spreekt menigeen tot de verbeelding. Velen gebruiken dagelijks zijn kantoorsoftware. Maar ook schenkt de Bill & Melissa Gates Foundation (B&MGF) inmiddels maar liefst 1,5 miljard dollar per jaar aan goede doelen. Het totale vermogen van de stichting bedraagt een kleine 30 miljard dollar, waarmee de stichting projecten steunt voor wereldgezondheidszorg, armoedebestrijding en het toegankelijk maken van technologie voor ontwikkelingslanden.Dit bedrag is ook in de Verenigde Staten, waar jaarlijks ruim 250 miljard dollar wordt weggegeven in de filantropische sector (volgens het rapport ”Giving USA 2005”), veel geld. Nederland doneert jaarlijks ruim 5 miljard euro aan kerk, cultuur, sport, gezondheid en maatschappelijke en sociale doelen (volgens onderzoek van ”Geven in Nederland 2005”).

Recent besloot ook Warren Buffet, de 75-jarige oprichter en topbaas van investeringsvehikel Berkshire Hathaway Inc., om zijn vermogen grotendeels aan de B&MGF te geven. Jaarlijks stuurt hij een bedrag van 1,5 miljard dollar. De totale donatie zal, tegen de huidige beurskoers gerekend, zo’n 30 miljard dollar zijn. Kortom, het vermogen en het jaarlijks uit te keren donatiebudget van de B&GMF verdubbelen!

Kan men zo’n stroom geld aan? Zijn er voldoende projecten te vinden die effectief zijn in de samenleving? Geld verdienen of arbeiden is „vermoeiing des vleses”, zei Salomo al. Echter, geld op een verantwoorde wijze uitgeven is veelal eveneens een erg moeilijke bezigheid, al lijkt dit paradoxaal.

Velen zullen zeggen dat dat een luxeprobleem is. Geld heeft alles ín zich. Het is „pure potentialiteit”, zou prof. J. H. Bavinck zeggen. Het is niets en tegelijkertijd alles. Het spreekt enorm tot de verbeelding van mensen. En de B&MGF krijgt zeker in de komende tijd weer een enorme stroom extra projectverzoeken te verwerken.

Gevaar
Het gevaar van zo’n ontwikkeling is echter dat zo’n filantropische instelling enorm verbureaucratiseert. Alle verzoeken moeten namelijk ordelijk worden afgehandeld en er moet overeenstemming gevonden worden over de projectvoorstellen. En daar wringt het meestal. Geld is eigenlijk niet het probleem, maar de ontwikkeling van goede ideeën en goede projecten en de effectieve uitvoering zijn cruciaal.

Ook in Nederland zijn stichtingen met zeer grote vermogens actief. Het VSB-fonds (1,3 miljard euro aan vermogen, jaarlijks budget van 40 miljoen euro), voortgekomen uit voormalige nutsbanken, of stichting DOEN (loterijgelden, jaarlijks goed voor donaties van ruim 30 miljoen euro in de samenleving).

Ook de stichting Bernard van Leer in Den Haag geeft dergelijke bedragen weg. Zij doet dit in meer dan veertig landen, waar zij (onderwijs)projecten voor kinderen tot 8 jaar stimuleert. Dit geld komt voort uit de Joodse zakenlieden Bernard van Leer en zijn jongste zoon Oscar, die met hun olievatenfabrieken in het kielzog van Shell groot werden. Inmiddels besturen professionele stichtingsbestuurders het vermogensfonds van ruim 800 miljoen euro, dat overbleef na verkoop van het bedrijf.

In de Verenigde Staten brengen zakenlieden hun geld onder in ”voortdurende vermogensstichtingen”, liefst met hun familienaam eraan verbonden. Deze entiteiten hebben weinig noodzaak om voor hun voortbestaan te vechten. Het rendement van het vermogen keert men jaarlijks uit aan goede doelen. Bekende voorbeelden zijn de Rockefeller Foundation (olie), Kellogs Foundation (cornflakes), Carnegie Foundation (staal) en recenter dus de Bill & Melissa Gates Foundation (software).

Argwanend
Steeds meer zakenmensen -ook in de gereformeerde gezindte- krijgen momenteel op jongere leeftijd de beschikking over grote vermogens, die zij niet alleen willen nalaten aan hun kinderen. Na de ondernemende arbeid wil men met het geld actief in de maatschappij bezig zijn. Tegelijkertijd kijkt men argwanend naar de ”filantropische sector”, die men ambtelijk vindt opereren.

Maar beide kunnen niet zonder elkaar. Net als in de ”business” kan een ondernemer niet zonder contacten en goede kanalen. En een ondernemende geest in de non-profitsector kan ook geen kwaad. Meer ondernemers (in ruste) betreden het wijde veld van de filantropische sector. Het is een goede ontwikkeling dat ondernemers actief hun vermogen(s) -middelen en vaardigheden- bij hun leven willen inzetten ten bate van de samenleving.

Zeker, veel ondernemers zullen hun charitatieve bezigheid gebruiken als een nieuwe ”spirituele aflaat”. Ook moet hier worden bewezen dat het om meer dan eigenbelang gaat. Maar ik bemerk onder veel ondernemers, ook buiten de christelijke levenssfeer, een oprechte drang om van betekenis te zijn bij maatschappelijke vraagstukken. Waar vroeger hiervoor een beroep werd gedaan op de overheid en de filantropische sector, komt er een derde ondernemende actor bij in het maatschappelijke middenveld.

Hierdoor zullen bestaande regels en ordes ter discussie worden gesteld. Dit vergt voor alle betrokkenen in de non-profitsector een cultuuromslag. Het gaat om het ontwikkelen van een duurzame relatie tussen fondswervers en gulle ondernemende gevers. Dit vergt veel inlevingsvermogen van fondswervers in de leefwereld van ondernemers. En die zullen hun rusteloze, resultaatgerichte aanpak moeten plooien in de weerbarstige wereld van de filantropie en de maatschappij.

De auteur is adviseur en promovendus op het gebied van maatschappelijk investeren en ondernemende filantropie aan Nyenrode Business Universiteit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer