Vertrek Congolezen lijkt onafwendbaar
Hij begrijpt niets van het Nederlandse asielbeleid. „Waarom worden Afghanen níét teruggestuurd en mensen uit Congo wel?” Twee van zijn uitgeprocedeerde landgenoten, beiden voorganger, worden zo goed als zeker binnenkort het land uitgezet. De christelijke politieke partijen zien geen oplossing. Ds. M. Mukuta: „Dagelijks bid ik of God deze beslissing ongedaan wil maken. Ook onze broeders vragen daarom. De uitkomst geven we aan Hem over.”
Z’n vrouw is met hun jongste -een maand oud- naar het ziekenhuis. ”Salem” heet het ventje, vrede. „Als christenen hebben we de gewoonte onze kinderen een naam te geven die iets betekent”, zegt ds. Mukuta (37). „En vrede is goed voor hemzelf en voor ons gezin.”
Vrede heerste er in Congo allerminst toen hij dat land vier jaar geleden verliet en asiel aanvroeg in Nederland. De politieke situatie was er uiterst gespannen.
In Nederland werd ds. Mukuta voorganger onder mede-asielzoekers. Al na een jaar, in 1999, stichtte hij een migrantenkerk in Zwolle. Een jaar later volgde er een in Amsterdam; en vorig jaar was Groningen aan de beurt. De kerken maken onderdeel uit van ’zijn’ Centre Missionnaire Bethesda.
De diensten -een per zondag, duur: tweeëneenhalf tot drie uur- worden goed bezocht, aldus de predikant, die vorig jaar november een nieuwbouwwoning in Ede betrok. „In Amsterdam en Zwolle komen ongeveer honderd mensen, in Groningen zo’n zeventig.”
De predikant doet zijn werk niet alleen. Op dit moment telt Nederland zo’n twintig à dertig voorgangers uit Congo.
Niettemin is ds. Mukuta druk bezet. Zeer regelmatig bezoekt hij de gemeenten; wekelijks gaat hij voor in de zondagse eredienst. Veel tijd gaat er volgens hem ook zitten in het opleiden van studenten, momenteel zo’n vijftig. „Die moeten weten hoe ze dienen te preken en hoe ze een dienst behoren te leiden. We zijn daarom ook bezig zelf lesmateriaal te ontwikkelen.”
Hij toont twee readers, vol bijbelse begrippen en ander theologisch materiaal. „Het moeten er tien worden”, verzucht hij. „Ook zouden we een soort theologische school willen beginnen. Maar het probleem is: hoe financieren we het allemaal? De overheid subsidieert ons niet. In Nederland zijn overheid en religie twee verschillende zaken.” Dan: „Maar God kan deuren openen.”
Een van de organisaties die zich voor zijn en andere migrantenkerken inzetten, is Sofak, de Stichting ondersteuningsfonds allochtone kerken, uit Soest. „Ik zou elke christen wel willen oproepen die te steunen”, zegt ds. Mukuta.
Maar onze missie is niet alleen het Evangelie te verkondigen, aldus de migrantenvoorganger, die afgelopen jaar een permanente verblijfsvergunning kreeg. „We proberen ook om asielzoekers een plaats onder de Nederlanders te geven. Zo leggen we sterk de nadruk op het belang van de christelijke normen en waarden. We houden hen voor netjes te zijn, en bijvoorbeeld niet te stelen uit supermarkten. En echt: het werkt.”
Het steekt hem dan ook dat zich momenteel twee Congolese voorgangers in het verwijdercentrum Ter Apel bevinden en op de nominatie staan naar hun land van herkomst te worden getransporteerd. „Ik begrijp niet dat de overheid de grote waarde van deze mensen niet inziet. Ze behandelt hen hetzelfde als iedere andere asielzoeker. Bovendien: Congo ís nog niet veilig. Dat kunnen we toch dagelijks via de media vernemen?”
De predikanten om wie het gaat, zijn ds. Alexander Bukasa en ds. Maurice Mavringa Mwangoyi Mpongi. De eerste was voorganger in Arnhem, de laatste in Amersfoort en Den Haag.
Extra wrang is het dat ds. Bukasa een vrouw en twee kinderen moet achterlaten. „Die zijn pas later naar Nederland gekomen en moeten dus een ander traject doorlopen”, weet drs. D. Koning, Sofak-voorzitter. De verloofde van ds. Mavringa werkt -mét verblijfsstatus- in Parijs. Bukasa bevindt zich al acht jaar in Nederland; Mavringa negeneneenhalf jaar.
Punt is dat de overheid Congo, zo blijkt uit de zogeheten ambtsberichten, veilig heeft verklaard, zegt Maud Bredero. Ze werkt op het ministerie van Justitie. „Asielzoekers uit dat land kunnen daarom geen aanspraak meer maken op ”categoriale bescherming”. Vluchtelingen uit Afghanistan of Sierra Leone kunnen dat wel.
Uitgeprocedeerde asielzoekers, predikant of niet, moeten in principe dan ook terug naar hun land, aldus Bredero. „Tenzij ze met behulp van nieuwe feiten kunnen aangeven dat ze dan in gevaar komen.”
Toch ziet ze nog een opening voor de beide voorgangers. „Ik raad hen aan contact te zoeken met een overkoepelend orgaan. Dát kan vervolgens proberen het belang van hun werkzaamheden voor te leggen aan iemand met enig gezag. Iemand uit de Provinciale Staten bijvoorbeeld, of uit de Tweede Kamer.
Wanneer die overtuigend kan aantonen dat het hier gaat om mensen die een duidelijke aanvulling vormen op onze maatschappij, kan hij aankloppen bij Sociale Zaken. Vanaf dat moment treedt een nieuw traject in werking. Wellicht zouden deze predikanten dan een verblijfsvergunning op grond van arbeid kunnen ontvangen.”
De hoop blijkt vooralsnog ongegrond. In een persbericht meldde drs. Koning van Sofak gisteren „de hele middag” aan de telefoon te hebben gezeten om via de overheid uit te zoeken wat er moet gebeuren om de beide predikanten hier te houden. Zonder resultaat. „Bij de vreemdelingendienst in Zwolle werd mij verteld dat als iemand eenmaal in Ter Apel zit, hij eerst het land uit moet en vervolgens daar een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) moet aanvragen. Deze wordt uitsluitend onder zware voorwaarden verleend.”
De Tweede-Kamerfracties van ChristenUnie en SGP verklaren in deze kwestie ook niets te kunnen doen. „Hoe spijtig ik het ook vind, ik zie helaas geen enkele reële mogelijkheid om iets voor de betrokkenen te betekenen”, meldt mr. A. Rouvoet (ChristenUnie). „Eenzelfde vraag heb ik in het verleden wel gekregen als het ging om asielzoekers die arts waren. In de praktijk blijkt het vrijwel ondoenlijk om op dit type gronden af te wijken van de normale regels van het asielrecht.”
Drs. E. J. Brouwer, beleidsmedewerker bij de SGP-fractie, ziet evenmin een uitweg. „Hebben deze predikanten gegronde vrees voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag? Zo nee, dan kunnen we niet om andere redenen toch nog een uitzondering voor hen maken.”
Toch werden de voorgangers vandaag nog niet op het vliegtuig gezet. Sprak stichting Sofak gistermorgen nog een vermoeden in die richting uit, gisteravond wist C. van Winkelen -„zeg maar een christenvriend van ds. Mavinga”- te melden dat daarvan voorlopig geen sprake kan zijn. „Op dit moment mogen in Congo geen vliegtuigen landen”, aldus Van Winkelen.
Een en ander zou volgens hem kunnen betekenen dat de predikanten te maken krijgen met de formulering ”geen zicht op uitzetting”. Als hier door bepaalde omstandigheden sprake van is, moeten asielzoekers vrijgelaten worden. „Maar het rechte weet ik er ook niet van. Onlangs berichtte de staatssecretaris nog dat er tussen nu en eind volgend jaar 5000 Congolezen terug moeten naar hun land.”
Alleen God kan voor een oplossing zorgen, zegt ds. Mukuta. „Daar bidden onze broeders ook om. En zij vragen of wij ook voor hen bidden.”