Christus alleen
God waarschuwt de mens en zegt: Er is een weg die bewandeld wordt door veel aanzienlijke en rijke mensen van deze wereld. Die weg is gemakkelijk en niet aan veel moeite onderworpen. Maar wacht u, want haar einde is het verderf.
Maar de Heere Jezus wijst een weg aan die niet door rijken of aanzienlijken, noch door machtigen van deze wereld, maar door armen en dwazen wordt bewandeld.Als de mens dan niet weet op welke weg hij wandelt, bedrieg u daarom niet. Zie eens hoe weinigen er zalig worden. Laat uw hart op deze vragen voor God antwoorden: Heeft u ooit een recht gezicht en een levend gevoel gehad van de gruwelijkheid van uw zielsgestalte en uw zonden? Voelt u in uzelf dat u de grootste zondaar voor God bent, al heeft u nog zo netjes geleefd? Beseft u dat al uw werken, zelfs de beste godsdienstige plichten, walgelijk zijn voor God en dat u daarom verdoemelijk bent voor God en wanhopig in uzelf?
U moet daarom met David zeggen: „Tegen U alleen heb ik gezondigd en gedaan wat kwaad is in Uw ogen.” U zal moeten erkennen dat niets en niemand u uit deze rampzalige staat kan verlossen, zodat u overtuigd bent van de absolute noodzakelijkheid die er in Jezus is. U dient ervan overtuigd te zijn dat u Jezus moet hebben, met zulk een gevoel en krachtige begeerte, dat u uitroept: „Geef mij Jezus, of ik sterf.”
Casparus Alardin, predikant te Arnhem (”Gaan door de enge poort”, 1732)