„Goddelijke liefde ook bron van zendingswerk”
ALMKERK - „In het algemeen geldt dat de goddelijke liefde de bron is van alles, ook van alle zendingswerk. Maar ook in het persoonlijke leven van een christen is de liefde de eerste en de voornaamste vrucht.”
Dit zei ds. C. M. Buijs maandag tijdens de jaarlijkse zendingsmiddag in Almkerk. De bijeenkomst, die uitging van het regionale zendingscomité ”Land van Heusden en Altena”, trok zo’n 450 bezoekers.Ds. Buijs, predikant van de hersteld hervormde gemeente van Wijk en Aalburg, nam als uitgangspunt Galaten 5 vers 22a: „maar de vrucht des Geestes is liefde…”
Een waar christen is altijd een mens van tegenstellingen, zo zei hij. „In ieder christen woedt het gevecht van het vlees tegen de Geest. Deze elkaar bestrijdende machten staan in het christenleven voortdurend als kemphanen tegenover elkaar.”
Met opzet wordt hier enerzijds gesproken over de „werken” van het vlees, aldus de predikant, omdat zonde en vleselijkheid altijd onsamenhangend, chaotisch en rusteloos zijn. „Wat van de Geest komt, is een „vrucht”: een gave.”
Deze omslag van „werken” naar „vrucht” vindt plaats in ieder christen, zei ds. Buijs. „Aanvankelijk is er een periode van gigantische krampachtigheid, vanwege al die opknappogingen. Eerst moeten ze doodgelopen zijn en dan komen ze op het punt te erkennen dat uit hen geen vrucht in der eeuwigheid meer is. Dan ontvangen ze alles uit Hem. Hun liefde is niet vanuit een beminnelijk karakter, maar een wederliefde als antwoord op de goddelijke liefde. Daarom zal dit liefdesvuur nooit doven, omdat dit door de Geest Zelf brandend wordt gehouden.”
Praktijk
Na hem sprak ds. W. Pieters, hersteld hervormd predikant te Garderen, over Galaten 6 vers 10, waar staat: „Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs.”
„De goddelijke liefde mag de bron zijn”, zei ds. Pieters, verwijzend naar de vorige spreker, „maar de liefde moet zich altijd wel vertalen in de praktijk.”
Volgens de Garderense predikant heeft het „goed doen” alles te maken met het zending bedrijven. In de Bijbelse visie op zending leeft het besef dat verkondiging niet kan zonder leniging van materiële nood.
Omdat er tijdens de zendingsmiddag gecollecteerd werd voor Friedensstimme, de Balkanzending en Woord en Daad, spitste ds. Pieters zijn uitleg concreet toe op deze drie organisaties. Zonder daadwerkelijke steun kan ds. S. Ralevic in de Balkan geen lectuur laten drukken en verspreiden. Friedensstimme beperkt zich niet tot gelovigen, maar doet letterlijk wel goed aan buitenkerkelijken om hen voor het Evangelie te winnen.
Het geven van geld moet gepaard gaan met gebed om zegen, zei de predikant. Wij moeten bidden voor het christelijk onderwijs op de scholen die door Woord en Daad gesponsord worden, zo riep hij de aanwezigen op. Ook als er geen direct zichtbaar resultaat is, mogen wij niet verslappen. Eenmaal komt de „Grote Oogst”, dan zou nog wel een verrassend kunnen blijken hoe God middelen gebruikte om anderen tot bekering te brengen.
Ene taal
Na de pauze sprak ds. W. Roos, hersteld hervormd predikant te Doornspijk, over het laatste vers van het Markusevangelie. Markus beschrijft Pinksteren niet met zo veel woorden; toch is de uitstorting van de Geest verondersteld als we lezen dat de elf apostelen erop uitgaan om het Woord te verkondigen.
Voordat hij sprak over het uitgaan van de discipelen, wilde ds. Roos eerst de ontwikkeling van de apostelen eens nagaan. Eerst werden zij geroepen, vervolgens bekwaam gemaakt om ”vissers der mensen” te worden. En telkens weer blijkt hun onbegrip. Petrus is eerder een sta in de weg, dan een rots waar je op bouwen kunt.
Uiteindelijk, voor Pinksteren, lezen we dat ze „eendrachtig bijeen” zijn. Dat is om jaloers op te worden, aldus de Doornspijkse predikant. Hoewel er accentverschillen waren, spraken ze toch ene taal. Allen verkondigden die ene Christus. „Als je vol bent van de Heilige Geest gaat het spreken vanzelf.”
Bij zo’n krachtig getuigenis worden tekenen gevoegd, zei ds. Roos. „Het is geen teken als mensen na zo’n zendingsdag de verschillende sprekers met elkaar vergelijken. Het zou wel een echt teken zijn als mensen gaan ontdekken dat ze verloren zijn.”