Tijdens de zitting van maandag legden getuigen verklaringen af ten gunste van enkele minder bekende aangeklaagden.Saddam en de andere leden van zijn vroegere bewind staan terecht in verband met een campagne tegen sjiitische inwoners van het stadje Dujail. Iraakse veiligheidstroepen arresteerden na een mislukte aanslag op Saddam in 1982 honderden inwoners van Dujail. Na een proces van niet veel langer dan twee weken werden 148 mensen ter dood veroordeeld, onder wie enkele tieners.

Een anonieme getuige nam het maandag op voor de rechter die het doodvonnis destijds uitsprak, de aangeklaagde Awad Al Bandar. Bandar was destijds de voorzittende rechter van het Revolutionaire Hof. „De rechtbank stond verdachten toe een advocaat in de hand te nemen en als een verdachte dat niet kon betalen, wees het hof een raadsman toe.” De getuige benadrukte dat Bandar humaan en rechtvaardig was en volgens de wet rechtsprak.

Ook een tweede getuige, een man die ooit voor het hof was aangeklaagd wegens belediging van Saddam Hussein, was lovend over Bandar. „Ik wilde geen advocaat omdat ik onschuldig was, maar de rechter (Bandar) gaf me genoeg tijd om alsnog met een raadsman te komen om me te verdedigen.” Ik herinner me nog dat hij mij „mijn zoon” noemde.”