Wellusten
De reuzen zullen we aan het oordeel Gods overlaten. Wij zullen echter een stap nader komen en eens gaan zien hoe het staat met de mensen in onze dagen.
De begeerlijkheid van het vlees en van de ogen verleiden nog velen tot wellusten in deze dagen. Ze zijn meer liefhebbers van hun buik dan liefhebbers van God. De keuken is hun tempel en de tafel hun altaar. Al zijn er nu geen reuzen in grootte van het lichaam, ons land is echter vol reuzen in wellusten. In meer dan een opzicht is het zelfs onder ons erger gesteld dan in de eerste wereld. Want er zijn er verschillende onder ons, die in wellusten en in hoogmoed leven en zo stout en onbeschaamd zijn dat zij dan nog van de vreze Gods durven spreken. Ja, soms geven zij zich voor Godvrezend uit. Hun goddeloosheid bedekken zij soms met een vernis van Godzaligheid. Men gaat zo maar voort in deze ongerechtigheid. Ja, men gaat tegen de waarschuwingen en de bedreigingen in.Ach, mensen, het is tijd, ja meer dan tijd, om uw zonden en ongerechtigheden te erkennen en te betreuren. Om afstand te doen van uw wellusten en hoogmoed. Ja, om met uw hart naar Christus te vragen en Hem als uw Borg te zoeken.
Johannes Beukelman, predikant te Alblasserdam (Vervolgstoffen, 1777)