Zelfonderzoek
U hebt zo lang het Woord van God gehoord in Zijn beloften en dreigementen, vertroostingen en opwekkingen - en hoe staat het met u? Weet u al van een verstandig letten en nauwkeurig handelen en horen van Gods heilig Woord? Legt u het daarop toe om het gehoorde te verstaan? Handelt u ook zo voorzichtig in Gods beloften, dat u die niet aanstonds voor de uwe erkent, maar dat u eerst uw hart onderzoekt en toetst of u ook behoort tot dat volk aan wie de Heere ook die beloften gedaan heeft? Het zijn de treurigen, verlegenen, belasten en beladenen.
Gelooft u uw gevaarlijke toestand? Kunt u dat ook dadelijk erkennen en weet u ook van het voorspoedig voortgaan in dat Woord, zodat er een wasdom is, een groei, een voortgang? Weet u ervan dat het niet blijft bij deze of gene waarheid, maar dat u lust heeft om alles te onderzoeken, om bij uw talent nog andere te winnen?Bewaart u ook dat Woord om direct gereed te zijn wanneer u het nodig hebt om te strijden tegen uw geestelijke vijanden? Bewaart u het als Maria? Kunt u het ook wel eens meedelen aan anderen tot verlichting van hen die blind zijn? Wat zegt uw hart nu van dit alles? Weet u daar iets van? Of is dit alles vreemd voor u?
Cornelius Groen, predikant te Goeree (”Een kerkganger in zijn plichtsbetragting”, 1727)