Kerk & religie

„Onze overtuiging is heilzaam voor alle mensen”

ROTTERDAM - „Religie is het beste gediend als ze fel bediscussieerd mag worden in het publieke domein. Zelf acht ik een homohuwelijk op een christelijke grondslag nog wel verdedigbaar. Wat we echter zien is dat men probeert degenen die een homohuwelijk afwijzen via de rechter het zwijgen op te leggen. Zo gaat de politiek nergens meer over, en de religie evenmin, want die mag het niet meer over publieke kwesties hebben.”

Van een medewerker
11 May 2006 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 03:44
ROTTERDAM – Het Rotterdamse CSFR dispuut Ichthus belegde woensdag een debatavond over ”Geloven: een publiek zaak?!” Een van de deelnemers was de rooms katholieke theoloog dr. E. P. N. M. Borgman: „Voorwaarde voor een goede discussie is dat religie serie
ROTTERDAM – Het Rotterdamse CSFR dispuut Ichthus belegde woensdag een debatavond over ”Geloven: een publiek zaak?!” Een van de deelnemers was de rooms katholieke theoloog dr. E. P. N. M. Borgman: „Voorwaarde voor een goede discussie is dat religie serie

De rooms-katholieke theoloog dr. E. P. N. M. Borgman verdedigde deze stelling woensdag op een forumavond van het Rotterdamse CSFR-dispuut Ichthus. Ook EO-directeur en programmamaker Andries Knevel en E. van Middelkoop, senator van de ChristenUnie, deden mee aan het debat over ”Geloven: een publieke zaak?!”Borgman, directeur van het Nijmeegse Heyendaal Instituut -dat zich bezighoudt met het grensgebied van theologie, filosofie en de andere wetenschappen- vindt een voorwaarde voor een goede discussie dat religie serieus genomen wordt. „En daar schort het aan. Velen hangen de liberale mythe aan dat religie in de touwen moet worden gehouden, omdat ze gevaarlijk zou zijn, alsof de seculiere ideologieën niet de meest gewelddadige zijn gebleken.”

Maar er is meer. Heeft religie nog wel iets te melden? Gaat het niet slechts om een persoonlijke overtuiging? Borgman pleit ervoor duidelijk te maken dat religie wat te zeggen heeft over maatschappelijke kwesties. Christenen moeten volgens hem niet aan het maatschappelijk debat meedoen alsof ze de waarheid al kennen en de oplossingen reeds weten. „Juist in de confrontatie komt aan het licht wat van ultiem belang is.”

Uitdrukkelijk stelde Borgman dat hij op „dezelfde koude grond” staat als anderen in het maatschappelijk debat. „Ik heb alleen een andere mening.”

Met de EO en de CU staat het anders. Deze organisaties hebben een imagoprobleem, vooral de EO, aldus de theoloog. Volgens Knevel scoort de omroep in de eigen achterban een 8,4, in het totaal van de bevolking een 4,2. „Dat is de erfenis van de strijd tegen abortus en euthanasie. Wij hebben er nu voor gekozen een platform te zijn voor het debat.”

Een vragensteller zei daar zijn twijfels bij te hebben. De EO heeft volgens hem het debat over Intelligent Design verknoeid door zich achter deze theorie te scharen. Van Middelkoop stemde daarmee in. „Een wetenschappelijke hypothese is in handen van de Knevels gekomen, heeft een religieuze positie gekregen. Je kunt aan de reacties trouwens wel zien hoe religieus de evolutietheorie wordt beleefd.”

Volgens Borgman moeten christenen zo veel deskundigheid ontwikkelen dat mediaredacties niet meer om hen heen kunnen. Knevel drong aan op grotere assertiviteit, Van Middelkoop op professionaliteit en kwaliteit. „Maar ik realiseer me dat het Evangelie door zijn waarheidspretenties ook ergernis wekt en aanstoot geeft.”

Van Middelkoop erkent dat, bij alle verlies, een winstpost van de secularisatie is dat christenen niet meer hun zekerheid zoeken in wat georganiseerd en geïnstitutionaliseerd kan worden. Tegelijk geeft hij hoog op van de cultuurvormende beginselen die het christendom in de westerse cultuur heeft ingedragen: de mensenrechten, de scheiding van kerk en staat, de bevrijding van de vrouw, het harmoniemodel voor de omgang met elkaar en het rentmeesterschap. „Er is een enorme verlegenheid in de moraal en de fundering daarvan. In de Kamer had ik destijds collega’s die tegen me zeiden dat ze het homohuwelijk decadent vonden. Niettemin stemden ze voor de wet, omdat ze geen normen hadden die ze anderen als gezaghebbend wilden voorhouden.”

Middelkoop: „Mensen moeten af van het idee dat ik hun iets zou willen opleggen. Zo lang ik de grondrechten respecteer, en dat doe ik, heb ik net als anderen het recht om idealen en overtuigingen in te brengen. Daarbij laat ik me niet vangen in de tunnel van de smalle onderwerpen zoals abortus. Ik vind het een vreugde om een bagage te hebben van nadenken over alle aspecten van het leven. Laten we voor ogen houden dat onze overtuiging heilzaam is voor alle mensen.”

Knevels ervaring is dat men in Nederland het geloof als inspiratiebron vaak wel kan tolereren en respecteren. „Maar zodra christenen hun overtuiging in wetgeving willen omzetten, zien velen het gevaar opdoemen van een minderheid die de wil gaat opleggen aan de meerderheid.”

Omdat het paradigma in de samenleving volstrekt is veranderd, ziet hij meer in een getuigend-diaconale dan in een antithetische opstelling. Borgman meent dat het beeld van de morele superioriteit voor 90 procent zelfgeschapen is. Knevel vermoedt dat de kuyperiaanse traditie in dit opzicht volwassener is geweest dan de bevindelijk gereformeerde, waartoe hij zichzelf rekent. „De laatste heeft wel erg snel een beroep op de laatste waarheid gedaan. Maar ook al maken anderen karikaturen van wat wij zeggen -vergeet trouwens onze uitstraling niet-, het is hoe dan ook een belemmering om tot Christus te komen. En dat moeten wij ons aantrekken. Wij hebben een zware verantwoordelijkheid. Het gaat uiteindelijk om de eeuwigheid.”

Het probleem blijft volgens de EO-presentator of christenen hun overtuiging via wetgeving aan de meerderheid zouden mogen opleggen. „Het idee dat christenen een geheime agenda hebben is fnuikend.”

Van Middelkoop merkt daar betrekkelijk weinig van. „Ook christenen hebben democratische rechten, net als alle andere burgers. Je moet als christen echter je verantwoordelijkheid in het heden beleven. De wetgeving ten aanzien van abortus, euthanasie en homohuwelijk is een voldongen machtsfeit. Verreweg de meerderheid van de bevolking staat daarachter, daar moet je als christenpoliticus rekening mee houden. Het doel van christelijke politiek is dat de situatie de goede kant opgaat. Een compromis moet dat altijd in zich hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer