Die boodschap gaf minister Van der Hoeven (Onderwijs) dinsdag mee aan de deelnemers van een congres van de Nederlandse Taalunie in Antwerpen. De minister zei de indruk te hebben dat veel kennis over en ervaring met het bestrijden van leerachterstanden blijft hangen bij individuele leerkrachten. „Scholen moeten meer van elkaar leren.” Zij riep de Nederlandse Taalunie op daarbij een actieve rol te spelen. „Ik moet de activiteiten van uw organisatie terugzien in de klas. Dan pas ben ik tevreden.”Haar pleidooi werd gesteund door de Vlaamse minister van Onderwijs, VandenBroucke. Uit onderzoek blijkt volgens hem dat leerlingen bij wie thuis geen Nederlands wordt gesproken aanzienlijk slechter scoren in testen. Hij riep Vlaamse en Nederlandse scholen op concrete doelen te formuleren om onderwijsachterstanden weg te werken. Daarbij moet taalonderwijs volgens hem niet beperkt blijven tot het vak Nederlands. „Ook de docent wiskunde moet aandacht hebben voor zorgvuldig taalgebruik.”

VandenBroucke luidde de noodklok over het effect van het Vlaamse onderwijs op anderstalige kinderen. „We doen het merkwaardig slecht voor deze leerlingen. Het is van groot belang dat zij goed Nederlands leren, anders zijn de gevolgen niet te overzien. Nu al geldt voor 60 procent van het aantal werklozen in de regio Brussel dat zij geen of slecht Nederlands spreken.”