Humanisme is wars van dogmatiek
Het moderne humanisme is niet dogmatisch en legt zijn aanhangers geen geloof op. Het is een antwoord op het wijdverbreide verlangen naar een alternatief voor dogmatische godsdienst.
Dat staat in de zaterdag unaniem aangenomen slotverklaring van het vijftiende humanistisch wereldcongres, dat in Noordwijkerhout werd gehouden. Ruim 300 humanisten uit meer dan dertig landen vierden vorige week het feit dat de internationale humanistische organisatie IHEU vijftig jaar geleden in Amsterdam werd opgericht. Het humanisme is een niet-godsdienstige wereldbeschouwing die zich baseert op de autonomie van de mens.
Het document wijst erop dat de grote wereldgodsdiensten beweren dat ze gebaseerd zijn op openbaringen die voor altijd gelden. Veel religies proberen bovendien hun wereldvisies aan de hele mensheid op te leggen. Humanisten moeten daar niets van hebben. Zij staan een ontwikkeling voor die vrij is van „indoctrinatie.”
Ook benadrukken de humanisten dat betrouwbare kennis van de wereld en van zichzelf bij de mens ontstaat door een voortdurend proces van waarneming, evaluatie en herziening. Ze geloven dat de oplossingen voor de problemen in de wereld eerder liggen in het denken en handelen van de mens dan in een goddelijke ingreep, aldus de Amsterdam Verklaring 2002. Het manifest is een moderne versie van het document dat de IHEU vijftig jaar geleden bij haar oprichting in Amsterdam opstelde.
Enkele deelnemers aan de conferentie misten in de verklaring concrete actiepunten en woorden zoals duurzaamheid, geweldloosheid, economische rechtvaardigheid en sociale gelijkheid. IHEU-bestuurslid R. Brown begreep de kritiek, maar benadrukte dat het korte document bedoeld is om de fundamentele grondbeginselen van het humanisme vast te leggen. Dat humanisten er bijvoorbeeld alles aan moeten doen om armoede te bestrijden, is volgens hem een duidelijk uitvloeisel van de verklaring.
Ook prof. dr. H. Kunneman, voorzitter van de begin dit jaar opgerichte Humanistische Alliantie, zei dat humanisten nu voor de uitdaging staan hun filosofische en morele opvattingen in praktijk te brengen. Hij vroeg zich voorafgaande daaraan af hoe het komt dat „al deze belangrijke en verreikende ideeën” op wereldschaal zo’n kleine invloed hebben. Hij pleitte daarom ook voor een verdere internationalisering en politieke radicalisering van het humanisme.
Aan het begin van het vierdaagse congres had IHEU-voorzitter L. Fragell al gezegd dat de wereldwijde humanistische beweging een meer zichtbare identiteit moet krijgen om te kunnen groeien. Haar strijd voor mensenrechten, zelfbeschikking en zelfrespect en tegen onderdrukking en onrecht vereist een gezamenlijke strategie en organisatie. Humanisten moeten zich daarvoor volgens de president met optimisme en nieuwe hoop en moed inzetten.
Hij is er overigens van overtuigd dat de toekomst van het humanisme er rooskleurig uitziet, zeker nu het aantal aanhangers van traditionele godsdiensten geleidelijk aan verder afneemt. Hij baseert zijn optimisme op recente statistieken waaruit zou blijken dat het aantal niet-religieuzen in de wereld vele malen sneller toeneemt dan het aantal kerkleden.
In Nederland zijn de humanisten verenigd in het Humanistisch Verbond (HV), dat 15.000 leden telt.