Crimineel ontspringt meestal de dans
DEN HAAG - Slachtoffers van criminaliteit zien maar zelden dat de dader wordt bestraft. Van de 4,6 miljoen delicten werden er in 2004 147.000 opgehelderd.
Een en ander blijkt uit twee onderzoeken van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De rapporten, ”Slachtoffers van criminaliteit” en ”Voorzieningen voor slachtoffers van misdrijven”, werden vrijdag in Den Haag aangeboden aan minister Donner van Justitie.In 2004 werden 3,4 miljoen Nederlanders slachtoffer van in totaal 4,6 miljoen delicten. Ruim een derde (1,7 miljoen) bestaat uit diefstal. Op kop staat fietsendiefstal (40 procent), gevolgd door diefstal van spullen uit de auto (15 procent), zakkenrollerij (12 procent) en inbraak (6 procent). Diefstal van de auto vond in ongeveer 20.000 gevallen plaats.
Bij 1,8 miljoen andere delicten is sprake van vernieling, bij 1 miljoen om beschadiging van een auto en bij 1 miljoen om geweldsdelicten. In meer dan de helft van de gevallen gaat het om bedreiging, een kwart betreft mishandeling. Daarnaast is in 140.000 gevallen sprake van een seksueel delict.
De kans dat een delict na een officiële aangifte wordt opgehelderd, is de afgelopen 25 jaar fors afgenomen: van 34 procent in 1980 tot 15 in procent in 2000. Er lijkt zich sindsdien een kentering te voltrekken. In 2004 ging het namelijk om 21 procent.
De kans om slachtoffer te worden van criminaliteit is de afgelopen 25 jaar nauwelijks gestegen, stelt het SCP. In 1980 deden zich in Nederland 4 miljoen delicten voor, in 2004 dus 4,6 miljoen. Rekening houdend met de bevolkingsgroei is de feitelijke criminaliteit nauwelijks gestegen.
Geweldscriminaliteit komt de laatste jaren iets vaker voor en zit op hetzelfde niveau als halverwege de jaren ’80 van de vorige eeuw. Het aantal diefstallen laat sinds 1995 een daling zien. Het aantal vernielingen nam in de jaren ’80 af, maar stijgt sinds begin jaren ’90 weer duidelijk. Vooral auto’s worden vaker gemolesteerd.
Registratie van delicten is de afgelopen kwarteeuw sterk gestegen. Werd begin jaren ’80 nog in de helft van alle gemelde delicten ook daadwerkelijk aangifte opgemaakt, nu ligt dat percentage rond de 80 procent.
In het rapport pleit het SCP ervoor meer onderzoek te doen naar geweld in de privésfeer. Nu is het lastig om voor Nederland betrouwbare cijfers daarover te verschaffen. Verder constateert het bureau dat de aandacht voor slachtofferzorg de laatste jaren sterk is toegenomen. Slachtofferhulp Nederland vervult daarin een belangrijke rol.