De voormalige rijschoolhouder uit Zeist gaf donderdag voor de rechtbank in Utrecht tijdens de behandeling van de rechtszaak tegen hem een uitgebreide toelichting op zijn zwerftocht. Kas (46) zei dat hij die zwerftocht niet meer opnieuw zo zou aanpakken. „Je kunt beter de bemiddeling zoeken van een advocaat. Daar los je meer mee op.”Het openbaar ministerie eiste donderdag voor de rechtbank in Utrecht in totaal dertig maanden cel tegen de man, waarvan tien maanden voorwaardelijk. Dit alles vanwege poging tot brandstichting in de woning van het gezin en oplichting van in totaal 28 klanten van de rijschool van Kas. De zwerftocht met het gezin maakte geen deel uit van de aanklacht. Eerder al lichtte het OM toe dat het niet verboden is om met kinderen rond te rijden.

Ondanks de verklaring dat hij niet was gevlucht, gaf de verdachte aan dat hij wel degelijk had willen ontkomen aan het Bureau Jeugdzorg. Kas: „Dat heeft ons gezin op het oog. Al eerder zijn onze oudste twee zoons op een misselijke manier uit huis geplaatst. Nu kwam ik erachter dat dat weer dreigde te gebeuren bij onze vier dochters. Dat wilde ik niet, en mijn dochters ook niet. Samen hebben we in de zomer het plan gesmeed om met de auto te vertrekken.”

Kas verkocht begin augustus zijn rijschoolauto en huurde een andere wagen. De voormalige rijschoolhouder zegt de zwerftocht, die door diverse landen ging, niet te willen zien als een wanhoopsdaad. „Wij zagen het meer als een soort vakantie. Ik heb mijn vrouw of kinderen geen moment gedwongen om bij mij te blijven.” Zijn echtgenote sprak dit gisteren op de zitting tegen. „Hij dwong ons niet, maar waar konden we heen?”

Het gezin werd uiteindelijk op 13 november in een bos in Zuid-Duitsland aangetroffen. Ze leefden al die tijd in de auto en aten voedsel uit blik.

Kas heeft volgens het OM voor maatschappelijke onrust gezorgd. Officier van justitie Terporten-Hop: „Wekenlang was iedereen naar het gezin op zoek. Dat wist hij, maar hij deed er niets tegen. Samen met de poging tot het opblazen van de woning heeft dat tot onnodig veel commotie geleid.”

Van de poging tot brandstichting zijn er drie mensen getuigen: dochter Arenda, de echtgenote van Kas en een buurvrouw. De meest belastende verklaring was gisteren afkomstig van Kas’ echtgenote, die nu van hem wil scheiden. Kas is volgens haar op 10 augustus een kwartier in de woning zijn geweest en zou na terugkomst in de auto naar spiritus hebben geroken. „Het is ons huis niet meer”, zou hij hebben gezegd. En: „Over een kwartier hoor je een grote knal.”

Een ontploffing was bepaald niet ondenkbeeldig, aldus het OM. „Op vier plaatsen in de woning waren gasbronnen opengezet, overal waren flessen spiritus en wasbenzine leeggegoten en er stonden enkele dozen vuurwerk. Ook waren brandende waxinelichtjes neergezet. Er hadden doden kunnen vallen.” De verdachte ontkent elke betrokkenheid bij de poging tot brandstichting. „Ik ben wel in het huis geweest, maar niet op die datum, en alleen om wat spullen te pakken.”

De oplichting achtte het OM opzettelijk gepleegd. „Als Kas wist dat hij zijn werk niet kon doen door psychische druk, had hij niet moeten doorgaan met het werven van klanten. Hij liet ze immers meteen betalen?”

Advocaat Veldman haalde in haar pleidooi ongekend fel uit naar de kerkelijke gemeente waartoe de familie tot voor enige jaren behoorde. Volgens haar zou deze de echtgenote en de kinderen van de verdachte hebben willen losweken. Dit verhaal was eerder naar buiten gebracht door het Algemeen Dagblad. De broer van de verdachte lichtte desgevraagd in het artikel toe niets van de aantijgingen te geloven. „De kerk heeft het gezin juist bijzonder geholpen, zowel geestelijk als materieel.”