Bekwaam middel
Zondaars hebben oorzaak om te vrezen voor de vreselijke toorn van God over de zonde. Wanneer zij slechts aan Hem denken, zouden zij zich, indien het mogelijk was, verbergen. Nochtans is de Heere zo barmhartig en genadig en de verdiensten van Christus zijn zo groot en veel, dat de boetvaardige mens, hoe groot zijn zonden ook mogen zijn, zich vrijmoedig bij God in zijn gebeden voor Hem mag uitstorten.
Het zijn juist de zondaars die de Heere tot zich roept en nodigt. Hij zegt: Kom, laat ons te samen rechten…. Ja, ziet, de Heere komt als van Zijn troon af, de zondaar tegemoet om hem vriendelijk te ontvangen, gelijk als bij de verloren zoon. O, hoe groot is de barmhartigheid van zo’n grote Vader. Hoe oneindig is Zijn vaderlijke zucht. Hoe zoet, hoe vriendelijk is Zijn ontferming! Er is nog hoop op genade, ook wanneer men zwaar heeft gezondigd. Ja, er is nog genezing, ook na een grote etterbuil.Dit zien we bij David, die niet heeft nagelaten Hem te bidden om vergeving van zijn zonden.
Het geeft een slaaf geen vrijheid om zijn heer niet te dienen omdat hij geen lust heeft dat te doen. Het bidden is tevens een bekwaam middel om de geest van een mens op te wekken en wakker te maken.
Franciscus de Wael, predikant te ’s-Hertogenbosch (”Practijcke des Ghebedts”, 1662)