Bomaanslag op markt in sjiitische wijk Bagdad
BAGDAD (AP) – Een bomaanslag op een groentemarkt in een sjiitische wijk van Bagdad heeft donderdag aan acht mensen het leven gekost. Veertien mensen raakten gewond.
De aanslag, in de zuidoostelijke wijk Zafaraniyah, werd gepleegd op een tijdstip in de ochtend dat er veel mensen op de markt rondlopen. Nadat de politie een tweede bom had gevonden werd de markt ontruimd en werden voorbereidingen getroffen om deze bom onschadelijk te maken.Sinds op 22 februari een aanslag werd gepleegd op de sjiitische Askariya–moskee in Samarra zijn honderden Irakezen omgekomen bij geweld tussen sjiieten en soennieten.
Een soennitische leider maakte donderdag bekend dat 45 soennitische priesters en moskeemedewerkers zijn gedood sinds de aanslag in Samarra. Ook werden 37 soennitische moskeeën in brand gestoken en 86 andere bestookt met granaten, raketten of geweerkogels, zei sjeik Ahmed Abdul Ghafour al–Samaraie, die aan het hoofd staat van het Soennitische Fonds, een overheidsorganisatie die de soennitische moskeeën en heiligdommen beheert.
De sjiitische heiligdommen worden beheerd door een soortgelijke, sjiitische overheidsinstelling. De Askariya–moskee ressorteert echter onder het soennitisch Fonds, omdat Samarra overwegend soennitisch is. Vanwege de activiteiten van (soennitische) opstandelingen zijn de afgelopen twee jaar veel sjiitische inwoners uit de stad vertrokken. Sommige sjiieten vinden dat de sjiitische heiligdommen in Samarra onder beheer moeten komen van het sjiitische fonds, maar Al–Samaraie zei dat zo’n maatregel zou neerkomen op een „oproep tot sektarische strijd”.
Enkele uren voordat Al–Samaraie zijn verklaring uitgaf werd een soennitische geestelijke vermoord in de zuidelijke stad Basra. Het slachtoffer, sjeik Mahdi Mohsen, werd onder vuur genomen toen hij na het ochtendgebed de Fayha–moskee verliet. Of hij bij de door Al–Samaraie genoemde slachtoffers was geteld was niet duidelijk.
In een minibus die donderdag door de sjiitische wijk Sadr City van Bagdad reed ontplofte een bom, waardoor beide inzittenden om het leven kwamen en vier voorbijgangers gewond raakten. Verdere details waren nog niet bekend.
Eerder werd een gezamenlijke controlepost van de politie en het leger op dertig kilometer ten noorden van Samarra aangevallen. Zes soldaten en vier politieagenten werden gedood. Voordat de aanvallers vluchtten staken zij de lijken van de slachtoffers in brand.
Het sektarische geweld maakt het moeilijk een regering te vormen waarin zowel sjiieten als soennieten zich kunnen vinden en die misschien een dreigende burgeroorlog in de kiem zou kunnen smoren. Premier Ibrahim al–Jaafari zegde donderdag een bijeenkomst met politieke leiders af die bedoeld was om het sektarisch geweld te stoppen en uit de impasse te raken waarin de politiek na de verkiezingen terecht is gekomen. Hij deed dat nadat de leiders van drie partijen – de soennieten, de Koerden en de seculiere sjiieten van oud–premier Ayad Allawi – hadden besloten het grootste, religieuze sjiitische blok te vragen de nominatie van Al–Jaafari voor het premierschap in te trekken en een andere kandidaat te kiezen.
Sjiitische parlementsleden, die als grootste fractie de regering mogen vormen, maar niet zonder coalitiepartner kunnen regeren, kozen op 12 februari Al–Jaafari als hun kandidaat voor het premierschap. Dat Al–Jaafari de verkiezing won van vice–president Adil Abdul–Mahdi was voor een groot deel te danken aan de steun van de radicale militieleider Muqtada al–Sadr. Al–Sadrs militie wordt verantwoordelijk gehouden voor veel van de recente aanslagen op soennitische moskeeën. Veel politici, ook binnen de sjiitische alliantie, huiveren bij het vooruitzicht dat er straks een premier aantreedt die in de schuld staat bij de jonge stokebrand Al–Sadr.
Een van de soennitische politici die zich heeft aangesloten bij het initiatief om Al–Jaafari een tweede termijn te onthouden, Adnan al–Dulaimi, werd donderdag het doelwit van een aanval. Een van zijn lijfwachten kwam om en vijf raakten gewond toen de aanvallers het vuur openden op het konvooi van Al–Dulaimi. Dat was tot stilstand gekomen nadat de auto van Al–Dulaimi een lekke band had gekregen. De politicus had zijn weg al in een andere auto vervolgd toen het konvooi werd aangevallen.
De Iraakse autoriteiten maakten donderdag de arrestatie bekend van een man die wordt verdacht van de ontvoering en onthoofding van een Japanse gijzelaar in 2004. De verdachte, de 28–jarige Hussein Fahmi, werd meer dan twee maanden geleden aangehouden door de Wolf–brigade, een speciale eenheid ter bestrijding van de opstand, zei een woordvoerder van het ministerie van binnenlandse zaken, waaronder de eenheid ressorteert. De gijzelaar, Shosei Koda, werd vermoord nadat Japan had geweigerd zijn troepen uit Irak weg te halen, zoals de ontvoerders hadden geëist. Zijn lichaam werd gewikkeld in een Amerikaanse vlag in Bagdad op straat achtergelaten.