Blindheid
De mens is van nature blind in de zaak van de zaligheid. Hij verstaat niet wat van de Geest van God is. Hij kan die zaken ook niet verstaan, omdat ze geestelijk onderscheiden worden. De duivel beloofde de mens grote kennis, zowel van goed als van kwaad. De ervaring leert echter wat een valse bedrieger hij is. Van nature zijn wij allen blind geboren, onwetend in de zaken van het koninkrijk van God.Vanwege ons verblind verstand is het hart van een mens boos. Hij ziet kwalijk met de ogen die hem gelaten zijn op dat wat goed is, terwijl zijn hart opgewekt wordt tot het kwaad. Zo verraderlijk heeft deze vijand met het menselijk geslacht gehandeld, dat hoewel hij meer kennis beloofde, hij het beroofd heeft van de kennis die het had. Hij heeft het de ogen uitgestoken, zodat daarin geen licht meer is om te zien wat tot haar zaligheid kan dienen.
Hoe is het dan in deze tekst? David is een herboren mens en zo verlicht. Waarom bidt hij dan om opening van zijn ogen? De wedergeboorte wordt in trappen gewerkt en de beginselen van het licht in zijn hart deden hem naar meer verlangen. Niemand kan naar meer licht verlangen dan die het reeds heeft. Het licht dat hij had, deed hem zijn eigen blindheid zien en zijn armoede gevoelen. Zo zoekt hij het door de Heere vervuld te krijgen. Want niemand vraagt naar een medicijnmeester dan die een medicijn voor zijn ziekte begeert.
William Cowper, predikant te Perth (Al de theologische werken, 1650)