Rood–witte vlaggen kleuren dinsdag het centrum van de Libanese hoofdstad Beiroet, waar naar schatting een half miljoen mensen de moord op ex–premier Rafik Al Hariri herdenken. De aanslag op 14 februari 2005 kostte behalve Hariri 22 anderen het leven en zette de Libanese politiek op zijn kop. Een coalitie van soennitische moslims, christenen en druzen (die had opgeroepen tot de massale herdenking) eiste opheldering over de aanslag. Bovendien wil ze dat de pro–Syrische president Lahoud opstapt.Duizenden Libanese militairen en agenten zijn ingezet om de veiligheid in Beiroet en de buitenwijken te bewaken. Scholen blijven dicht en ambtenaren zijn vrij. In Beiroet worden toespraken en popconcerten gehouden. Veel Libanezen schreeuwen leuzen tegen Syrië. In de ochtend is een minuut stilte in acht genomen.

De aanslag met een zware autobom is nog steeds niet opgelost. Een VN–onderzoek wijst op de betrokkenheid van Syrië bij de moord. Het buurland beheerste dertig jaar lang de politiek van Libanon. Na massale demonstraties die volgden op de moord, moest Damascus zich uit het buurland terugtrekken.

Hariri’s zoon Saad, die uit veiligheidsoverwegingen een halfjaar in het buitenland had gewoond, keerde terug naar Beiroet voor de herdenking. Hij leidt de anti–Syrische meerderheid in het parlement. „Het wordt een dag van nieuw vertrouwen in de eenheid van Libanon", zei hij. De zoon noemde president Lahoud „het symbool van de Syrische dominantie". De president kreeg er, met veel Syrische inmenging, in 2004 nog eens drie zittingsjaren bij. Saad Hariri sprak vanachter kogelvrij glas.