Buitenland

Denen geven topprioriteit aan uitbreiding EU

De uitbreiding is de topprioriteit waarmee Denemarken aan het roulerend voorzitterschap van de EU begint. Ruzie over landbouwhervormingen en een ”nee” van de Ieren tegen het Verdrag van Nice kunnen het beoogde besluit over de toetreding van nieuwe lidstaten echter dwarsbomen.

A. A. C. de Rooij
28 June 2002 10:32Gewijzigd op 13 November 2020 23:39
De Deense premier Anders Fogh Rasmussen. - Foto EPA
De Deense premier Anders Fogh Rasmussen. - Foto EPA

Komende maandag nemen de Denen het estafettestokje over van de Spanjaarden. De liberale premier Anders Fogh Rasmussen en zijn minister van Buitenlandse Zaken Per Stig Moeller laten er dezer dagen bij de presentatie van hun plannen geen twijfel over bestaan: de expansie van de Unie zal in de tweede helft van 2002 alle aandacht opeisen. „Uitbreiding, uitbreiding, uitbreiding, daar draait het om”, zoals zij het zelf uitdrukken.

Het ligt in de bedoeling tegen het eind van het jaar de onderhandelingen af te ronden met tien kandidaten: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechië, Slovenië en Slowakije. Op de top van Kopenhagen, half december, verwerven die dan het felbegeerde toegangsbiljet. De daadwerkelijke aansluiting vindt in dat scenario, na alle verdere voorbereidingen, plaats per 1 januari 2004.

Maar het is nog geen gelopen race. Zo zorgt de discussie over aanpassingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid mogelijk voor vertraging. Vier partners, te weten Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland en Zweden, verlangen eerst harde afspraken over het geleidelijk verminderen van de inkomenssteun aan de boeren in het geheel van de EU. Zij zijn bang dat anders aan de entree van de naties uit het voormalige Oostblok, waarvan sommige een omvangrijke agrarische bevolking hebben, een te fors prijskaartje zal hangen.

Op 10 juli ontvouwt eurocommissaris Franz Fischler (Landbouw en Visserij) zijn voorstellen op dit terrein. Diverse elementen ervan zijn inmiddels uitgelekt, al dan niet onder zijn eigen regie. „Hij steekt zovast zijn tenen in het badwater om te voelen hoe de plannen vallen”, heet het in Brussel.

Fischler zet er op in de directe betalingen gedurende een periode van zes of zeven jaar met in totaal zo’n 20 procent te korten. Hij wil ruimere braakleggingsregelingen om de productie omlaag te brengen. Milieu en dierenwelzijn zullen meer accent krijgen, terwijl financiële prikkels die aanmoedigen om de output te vergroten, worden afgebouwd.

Frankrijk, dat onder het tot dusver gehanteerde systeem het meeste geld opstrijkt, voelt voorlopig niets voor dat soort ingrepen. De recent aangetreden bewindsman van Landbouw Gaymard spuwde donderdag vuur tijdens beraad met zijn EU-collega’s in Luxemburg. Wat hem betreft mag er in ieder geval tot 2006, tot het verstrijken van de in 1999 in Berlijn opgestelde meerjarenbegroting, niets veranderen. „Frankrijk steekt niet de kop in het zand. We zijn er klaar voor een fundamenteel debat te voeren over de landbouwpolitiek, maar dat zal pas gebeuren tussen 2004 en 2006”, benadrukte hij.

Demissionair minister Brinkhorst op zijn beurt toont zich niet ontevreden. Hij spreekt van „revolutionaire ideeën” en van een benadering die veel gedurfder uitpakt dan hij had verwacht.

Denemarken is ook voorstander van landbouwhervormingen, maar het hamert erop dat overeenstemming daarover geen extra voorwaarde dient te worden voor een beslissing over de uitbreiding. „We laten ons de unieke kans op de hereniging van het continent toch niet ontglippen?” maant Rasmussen.

Hij probeert de financiële kwestie te bagatelliseren: „De Europese Unie kost de huidige lidstaten één procent van hun nationaal inkomen. De helft daarvan gaat naar landbouw. De extra kosten die voortvloeien uit de toetreding van de aspirant-leden bedragen 0,1 procent. We stellen dit historische project toch niet in de waagschaal voor minder dan eenduizendste van onze jaarlijkse productie?” In de herfst, in ieder geval na de Duitse verkiezingen van 22 september, zal blijken hoe het overleg over dit dossier zich ontwikkelt en of een compromis haalbaar is.

Rond die tijd wordt het ook spannend hoe de Ieren uiteindelijk oordelen over het Verdrag van Nice. Ruim een jaar geleden wees een meerderheid van hen in een referendum dat akkoord, dat regels bevat voor het functioneren van de Unie in vergrote samenstelling, af. De autoriteiten in Dublin koersen aan op een herkansing en organiseren eind oktober of begin november een tweede volksraadpleging.

Tijdens de top van vorige week in Sevilla ontving premier Ahern van zijn Europese ambtgenoten in een schriftelijke verklaring de garantie dat Ierland zijn traditionele neutraliteit op militair gebied niet behoeft in te leveren. De plannen voor gezamenlijke defensieoperaties zullen de onafhankelijke opstelling niet doorkruisen. Ahern hoopt met die toezegging een belangrijk bezwaar onder de burgers tegen ’Nice’ te hebben weggenomen.

Hij waarschuwt dat opnieuw een ’nee’ de EU in „een ernstige crisis met onvoorspelbare gevolgen” stort. Rasmussen duidt die onverhoopte situatie aan als „een politieke ramp.” De aansluiting van nieuwe leden verdwijnt dan voorlopig uit beeld. „De Ieren hebben het lot van de uitbreiding van de Unie in handen”, concludeert de Deense regeringsaanvoerder.

Ahern is inmiddels zijn campagne gestart. „Ik geloof hartstochtelijk dat de toekomst van Ierland ligt in het hart van Europa. Wij moeten geen speler willen zijn in de periferie, zoals Noorwegen en IJsland”, hield hij donderdag in een forum de kiezers voor. Of die er ook zo over denken, staat allerminst vast. Opiniepeilingen geven aan dat het beide kanten kan opgaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer