Kerk & religie

„Je wordt oma en je moet ook nog werken”

HOOGEVEEN - „Je hebt een partner die ziek is, je dochter van zeventien doet examen, je moeder wordt hulpbehoevend, je wordt oma en je moet ook nog werken. We zijn allemaal al zo druk. En nu verwacht de overheid ook nog dat meer vrijwilligers zich gaan inzetten en dat er minder betaalde krachten worden ingeschakeld.”

Van een medewerker
3 February 2006 09:33Gewijzigd op 14 November 2020 03:26
HOOGEVEEN – J. J. van der Knijff, consultant van PerSaldo (belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget), sprak donderdag op een eerste bijeenkomst in een serie van drie van de Bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen. Op
HOOGEVEEN – J. J. van der Knijff, consultant van PerSaldo (belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget), sprak donderdag op een eerste bijeenkomst in een serie van drie van de Bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen. Op

Zo schetste J. J. van der Knijff, consultant van PerSaldo (belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget) de gevoelens die soms opgeroepen worden bij het invoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Van der Knijff, zelf diaken, sprak gistermorgen voor de Bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen. De bijeenkomst, die gehouden werd in Hoogeveen, was de eerste van drie bezinningsdagen van de bond over het thema ”Zorgen doe je samen”.Zo’n vijftig vrouwen uit een tiental gemeenten uit de regio namen kennis van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de WMO, die in januari 2007 in werking treedt. De inmiddels veelbesproken wet is noodzakelijk omdat de zorg onbetaalbaar wordt. En dat onbetaalbaar zijn van zorg zal, volgens Van der Knijff, alleen maar toenemen omdat er steeds meer ouderen komen. Het Centraal Planbureau heeft vastgesteld dat 38 procent van de vrouwen geen kinderen wil. „Het gevolg daarvan is weer dat er ook steeds minder jonge mensen beschikbaar zijn.”

De WMO zoekt bij een hulpvraag allereerst hulp bij huisgenoten, buren en kennissen. Maar Van der Knijff (zelf gehandicapt) ziet het bijvoorbeeld nog niet gebeuren dat zijn buurman bij het in werking treden van de wet opeens voor hem zijn auto gaat wassen. „Want dat heeft de buurman eerder ook nooit gedaan.”

Bij het ontbreken van directe hulp wordt vervolgens gezocht naar mankracht bij vrijwilligersorganisaties. En juist daar ziet Van der Knijff grote kansen voor de kerk. „De overheid betrekt in het kader van de WMO ook de kerken bij de zorgverlening. In de achterliggende jaren was de taak van de diaconie beperkt, maar met de nieuwe wet komt ook de diaconie weer toe aan haar wezenlijke taak. Daarop moeten kerken vooral inspelen.”

Knelpunten doet zich voor in plaatsen met kleine kerkelijke gemeenten. Van der Knijff adviseert om dan samenwerking te zoeken met andere kerken. „Vaak wil samenwerking niet lukken vanwege uiteenlopende inzichten. Maar laten we op het terrein van de WMO die samenwerking wel blijven zoeken. Zo kun je als kleine gemeenschap in de samenleving participeren. Ook contacten met de politieke partijen kunnen helpen.”

Een ander probleem doet zich voor als een bepaalde hulporganisatie ergens niet is vertegenwoordigd. Als voorbeeld noemde Van der Knijff de RST, een kleine reformatorische thuiszorgorganisatie. „De CU en de SGP hebben met het oog op zulke situaties gepleit voor een wijziging in de wet. Met een persoonsgebonden budget zou dan toch gekozen kunnen worden voor zo’n bovenplaatselijke organisatie. Zo kun je binnen het eigen milieu hulp vragen en hulp verlenen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer