Hipper is niet altijd beter

Stationsrestauraties zijn meestal uitstekende plekken om af te spreken. Ik vind de restauratie van Dordrecht erg prettig. Maar de nieuwe vestiging in Utrecht - hip is ze wel, maar verder…

Rikus Spithorst, Rover
3 February 2006 08:49Gewijzigd op 14 November 2020 03:26

In Dordrecht brengt een vriendelijke meneer de koffie aan tafel. De drank is niet duur en de omgeving heerlijk rustig. Ook Alkmaar is aangenaam. Ik kom er regelmatig conducteurs tegen met wie ik een dagje, vermomd als hun collega, op stap ben geweest. In Amsterdam is de voormalige eersteklaswachtkamer een aantal jaren geleden gerestaureerd. Daar kun je nu met stijl en allure een kopje koffie drinken.Maar marketingmensen hebben bedacht dat het tegenwoordig allemaal hip moet wezen. Trendy. En daarom heeft men de restauratie van Utrecht-Centraal een nieuwe uitstraling gegeven. Rode muren, zitjes volgens de laatste mode. En een breed assortiment aan eten en drinken.

Ik kom regelmatig in Utrecht, niet in de laatste plaats omdat daar het hoofdkantoor van de NS gevestigd is. En ik bezoek dus ook regelmatig de opgekalefaterde restauratie, die overigens niet langer restauratie heet maar De Tijd. Ik begin me er steeds meer te ergeren.

Op een station hebben mensen niet veel tijd. Ze moeten een trein halen of verder naar hun afspraak. Daarom is het een vereiste dat de dienstverlening op een station geolied verloopt. Dat geldt voor de loketten, waar je niet te lang in de rij zou moeten staan, dat geldt voor de informatiebalie, waar men snel en adequaat de gevraagde reisinformatie verstrekt, en dat geldt ook voor de restauratie. En hoe hip ook: de bediening in de restauratie in Utrecht is een chaos.

Ondanks het gebruik van eigentijdse computersystemen gaat er in de domstad van alles mis. Zo worden bestellingen niet gebracht. Deze week kreeg mijn tafelgenoot ruzie met een serveerster. We hadden koffie besteld, maar er verscheen niets. Toen mijn tafelgenoot, een zeer rustige en vriendelijke man, na geruime tijd vroeg waar de koffie bleef, kregen we op kribbige toon te horen dat we die al hadden gehad! Zulke slordigheden vind ik een belediging van de klant.

Een paar dagen daarvoor: een collega en ik waren op weg naar het spoorweghoofdkantoor. We kwamen te vroeg op het station aan. Nou, kopje thee in De Tijd dan maar. Toen het tijd werd om op te stappen, vroegen we de rekening. Die kwam eraan, hoorden we. Maar helaas, niets. Na een poosje nog maar eens vragen. O ja, het kwam in orde. Weer niets. Een minuut of tien later ben ik maar naar de cheffin gestapt met de mededeling dat we nú wilden betalen of anders helaas zonder af te rekenen naar onze afspraak zouden gaan. Ik schaam me een beetje, want ik wil niet als een dief te boek staan. Maar u begrijpt, hoop ik, dat we echt niet langer konden wachten. Door de reactie van de cheffin stond ik als aan de grond genageld: we hadden geen recht om haast te hebben, het etablissement heette immers De Tijd.

Sorry, maar op een station hebben mensen niet altijd de tijd. Ze moeten door. Reizen. Dingen doen. Ik beschrijf in deze krant graag leuke, positieve belevenissen. Dit keer helaas dus niet. Maar ik hoop dat mijn geklaag ergens toe leidt. Dat De Tijd de problemen nu oplost en de organisatie stroomlijnt. Want anders zou het echt een gemiste kans zijn, en dat is jammer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer