Straffen voor brand islamitische school
LELYSTAD (ANP) - De politierechter heeft twee mannen uit Almere vrijdag veroordeeld tot voorwaardelijke celstraffen en werkstraffen voor een mislukte brandstichting in de islamitische Al-Imanschool in hun stad.
De 22-jarige D. P. en de 20-jarige A. L. gooiden halverwege november 2004 samen met drie anderen twee molotovcocktails naar het gebouw. Een agent was er op tijd bij en wist een brand te voorkomen.De brandstichters kwamen ongeveer twee weken na de moord op columnist en filmmaker Theo van Gogh in actie. P. gaf later toe dat hij extreem rechtse denkbeelden had. De rechter gaf hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van 146 dagen en 240 uur werkstraf. L. kreeg 145 dagen cel voorwaardelijk plus een even lange werkstraf van 240 uur.
De twee mannen hielden zich zo veel mogelijk van de domme. Ze beweerden bijvoorbeeld dat ze vooraf niks over de plannen wisten. Volgens P. wist hij niet eens dat de school een „moslimschool” was. „Daarom zei ik eerst dat ik wel een andere wist. Maar ik dacht dat we gewoon aan het geinen waren.” Toen hij wel doorkreeg dat de rest brand wilde stichten, rende hij snel weg, uit angst voor herkenning, omdat hij vlak bij de school woonde.
Ook L. verzekerde dat brandstichting nooit zijn bedoeling was geweest. Hij had als kind namelijk in hetzelfde gebouw op school gezeten. „Ik ga toch zeker mijn oude school niet in de fik steken.” Hij verklaarde verder dat hij geen extreem rechtse gedachten heeft. „Mijn vrienden wel, maar die veroordeel ik daar niet om. Ik ken ze al vanaf hun jeugd.”
De brand werd redelijk snel ontdekt, omdat de politie na de moord op Van Gogh vanwege andere incidenten in Nederland extra toezicht hield op islamitische gebouwen. Het bestuur van de school zag tijdens een patrouille de daders rond middernacht terugkeren. Vier werden direct ingerekend. L. werd pas later opgepakt.
De aanklager eiste tegen L. 180 dagen cel, waarvan 145 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 240 uur. De eis tegen P. was bijna hetzelfde. In zijn geval lag de voorwaardelijke celstraf alleen een dagje hoger, omdat hij iets korter in voorarrest had gezeten. L. hield vol onschuldig te zijn. „Ja, ik heb gedeeltelijk bekend in mijn laatste verklaring bij de politie. Maar alleen omdat ik in dat geval met de Kerst thuis zou zijn.”
