Kerkelijk leven in Papendrecht
Ter gelegenheid van het 900-jarig bestaan van de burgerlijke gemeente Papendrecht gaf het Overlegorgaan Kerken Papendrecht een boek uit, waarin de kerkelijke geschiedenis van deze gemeente wordt belicht.
Nadat de vroegste geschiedenis (vóór 1105) en ”de heerlijkheid Papendrecht” zijn beschreven, volgt een kort hoofdstuk over de eerste kerkelijke gemeenschappen, waarna een oorkonde wordt afgedrukt van de Utrechtse bisschop Buchard, die als „eerste stellige bewijs” dient omtrent het bestaan van Papendrecht. Dan volgen hoofdstukken over de ”oudste kerk en historische monumenten”, de Moderne Devotie, de Rooms-Katholieke Kerk tot de Reformatie, de Reformatie zelf en de strijd die daarop volgde.In een hoofdstuk over de classis Dordrecht blijkt hoezeer het, wat het volksleven in de Alblasserwaard betreft, bepaald niet allemaal reformatorisch goud was wat er blonk. Vooral de zondagsheiliging liet te wensen over: dobbelen op straat, herbergbezoek, werken in de grienden, ook tijdens kerktijd.
Dan volgt een totaaloverzicht met korte beschrijving van alle predikanten die de hervormde gemeente van Papendrecht hebben gediend, van ds. Johannes Naeranus (1590-1592) tot ds. P. J. Teeuw (2005), met daartussen de namen van bekende en minder bekende voorgangers. In het hoofdstuk over de christelijke gereformeerde kerk wordt de overstap vermeld die de godsdienstonderwijzer K. Asmus, in 1945 aangesteld als hulpprediker, in 1947 met vier ouderlingen maakte naar de christelijke gereformeerde kerk (cgk), vanwege „ontheiliging van de sacramenten.”
Toen de gemeente van de cgk op een ledenvergadering over een aanstelling tot voorganger naar artikel 3 van de Dordtse Kerkorde moest beslissen, werd staande de vergadering meegedeeld dat de heer Asmus tot het inzicht was gekomen dat hij verkeerd had gehandeld en, nu met drie ouderlingen, was teruggekeerd naar de hervormde gemeente. Na dit hoofdstuk volgt een hoofdstuk over de hervormde kerkgebouwen: de Grote Kerk en de Sionskerk.
In een apart hoofdstuk krijgt de hervormde deelgemeente Bethlehemkerk aandacht, ontstaan door activiteiten van de in 1961 opgerichte ”Vereniging tot behartiging van Hervormde belangen te Papendrecht”. Op 8 januari van dat jaar belegde de vereniging een eerste kerkdienst met 400 kerkgangers, waarmee een binnenkerkelijke scheuring een feit werd. In 2004 volgde nog een afsplitsing van ongeveer honderd mensen die zich aansloten bij de hersteld hervormde gemeente. De wording van de protestantse kerk en de hersteld hervormde kerk wordt apart beschreven.
In het hoofdstuk over de Bethlehemgemeente kom ik een oud-lid van de CSFR uit mijn studietijd tegen, ds. K. van der Sluijs. Hoewel men in hem „een begaafd en evangelisch bewogen dienaar van het Woord” meende te hebben gekregen, moest hij uiteindelijk gedwongen vertrekken, omdat de schapen verstrooid waren vanwege zijn politieke stellingname; hij was in 1977 medeoprichter van de Evangelisch Progressieve Volkspartij en liet tot ongenoegen van de gemeente in de media luid van zich horen.
Zo wordt van alle kerkgemeenschappen een doorkijkje gegeven. Van de oud gereformeerde kerk, waar in 1930 oefenaar Pieter Kolijn door ds. Boone tot lerend ouderling werd bevestigd, de christelijke gereformeerde kerk, met onder anderen de predikanten M. van der Klis en P. van Sonneveld, de gereformeerde kerk en de rooms-katholieke parochie.
In de christelijke gereformeerde kerk was aan het eind van de jaren vijftig vervoer per auto van ”predikant met ouderling” naar Alblasserdam (nog) een probleem. „Hoe te handelen als een predikant bezwaar heeft tegen vervoer per auto op zondag?”, was de vraag op een ledenvergadering. „Als die predikant naar Alblasserdam wil gaan lopen zal niemand hem dat beletten”, was de reactie. Vandaag is het probleem niet of nauwelijks meer aan de orde. Vroeger ging het wel om grotere afstanden te voet dan van Papendrecht naar Alblasserdam.
Hoewel Papendrecht bij de volkstelling in 1911 slechts acht rooms-katholieke mannen en zeven rooms-katholieke vrouwen telde, die de Dordtse pastoor als geestelijk verzorger hadden, kregen de rooms-katholieken in de jaren twintig een eigen kerkje, gevolgd door een grotere kerk in 1965. Pater dr. J. F. Stockman, die de parochie van 1949 tot 1981 diende, beijverde zich zeer voor interkerkelijke samenwerking. Zijn persoonlijke notities ervan zijn opgenomen in het boek. Met de gereformeerde kerk en de Bethlehemkerk maakte hij goede vorderingen, met ”de Bonderskerk” (foei, wat een benaming!) en de christelijke gereformeerde kerk bereikte hij niets, al waren er bij laatstgenoemden enige ritselingen.
Op de stevige omslag van het mooi uitgevoerde boek prijken de kerkgebouwen en staan de samenstellers afgebeeld: twee uit de hervormde gemeente, een uit de christelijke gereformeerde kerk, een uit de hervormde deelgemeente (samengegaan met de gereformeerde kerk), een op persoonlijke titel uit de rooms-katholieke kerk. Zij zorgden voor een mooi boek, mede door de vele zwart-wit foto’s.
N. a. v. ”Op kerkenpad in Papendrecht”, door J. M. van der Esch e.a.; uitg. De Stroombaan, Alblasserdam, 2005; ISBN 90 76496 22 6; 160 blz.; € 19,95.