„Autoriteiten in Beslan faalden”
MOSKOU - Een parlementaire commissie die de bloedige gijzelingsactie van vorig jaar in het Zuid-Russische Beslan onderzoekt, heeft de regionale autoriteiten woensdag beschuldigd van onachtzaamheid en onzorgvuldigheid.
De politie van Noord-Ossetië, waartoe Beslan behoort, heeft verzuimd instructies op te volgen om op de eerste schooldag te zorgen voor extra veiligheid bij de scholen in de regio en bij de bestrijding van de gijzelingsactie zijn fouten gemaakt, zei commissievoorzitter Aleksandr Torsjin in een tussentijdse rapportage voor de Federatieraad, de Eerste Kamer van het Russische parlement. De rol van de federale overheid zal in een later stadium worden onderzocht, zei hij.Dinsdag rapporteerde het openbaar ministerie dat de militaire autoriteiten die opdracht hebben gegeven de school te bestormen niets te verwijten valt, wat bij veel nabestaanden grote woede wekte.
Zestien maanden geleden gijzelde een groep moslimextremisten op de eerste schooldag na de zomervakantie 1128 leerlingen, ouders en leraren van basisschool no. 1 in Beslan. Nadat de gijzelaars drie dagen zonder eten en drinken in de bloedhete school hadden vastgezeten, grepen de ordetroepen in. De actie liep uit op een bloedbad dat 331 mensen, meer dan de helft kinderen, het leven kostte.
Torsjin zei dat de Russische minister van Binnenlandse Zaken, Rasjid Noergalijev, en zijn plaatsvervanger de politie van Noord-Ossetië op 21 augustus per telegram hadden geïnstrueerd alle onderwijsinstellingen op 1 september extra te beveiligen. Op 31 augustus, daags voordat de scholen weer opengingen, werd de waarschuwing, die gebaseerd was op informatie van de inlichtingendienst, herhaald. Maar de instructie, die de gijzeling had kunnen voorkomen, werd niet opgevolgd, zei Torsjin. Bij de school in Beslan stond op 1 september zegge en schrijve één agente op wacht. Zij werd met de anderen in gijzeling genomen.
De politieoperatie die na de gijzeling op gang kwam werd geplaagd door tekortkomingen, zei Torsjin. Veel mensen bij politie en justitie wisten niet hoe zij een noodsituatie het hoofd moesten bieden. En nog steeds is de aanpak van terreuraanslagen niet goed geregeld, zei hij.
Torsjin verweet de autoriteiten dat zij aanvankelijk een veel te laag aantal gijzelaars hadden genoemd. Overlevenden zeiden dat ook de gijzelnemers woedend waren over die desinformatie. De hiervoor verantwoordelijke functionaris, het plaatselijk hoofd van de federale veiligheidsdienst Valeri Andrejev, heeft inmiddels een andere functie gekregen. Andrejev, die de leiding had over het crisiscentrum in Beslan, was volgens Torsjin ook verantwoordelijk voor de slechte coördinatie tussen vertegenwoordigers van politie en justitie. De politie en veiligheidsdiensten van Noord-Ossetië en de buurrepubliek Ingoesjetië, van waaruit de gijzelnemers opereerden, werden door Torsjin beschuldigd van onachtzaamheid en onzorgvuldigheid.
De schoolbezetters, die eisten dat het Russische leger zich zou terugtrekken uit het nabijgelegen Tsjetsjenië, hadden zwaar bewaakt gebied moeten passeren om Beslan te bereiken. Nabestaanden van de slachtoffers zijn ervan overtuigd dat zij hulp hebben gekregen van corrupte functionarissen. De families hebben ook gezegd dat er gijzelaars zijn omgekomen doordat de commando’s die de school bestormden gebruikmaakten van vlammenwerpers, granaten en tanks. Dat laatste werd niet door Torsjin onderschreven. Op het moment dat deze middelen werden ingezet waren er al geen gijzelaars meer in de school, zei hij, en het gebruik ervan heeft levens van militairen gered.
Vijf politiefunctionarissen zijn aangeklaagd wegens verwijtbare nalatigheid. Woensdag werd in Beslan tegen drie van hen een rechtszaak geopend.