Een opleving onder asielzoekers Zeeland
MIDDELBURG - „In het laatste der dagen zal de genade Gods krachtiger werken en de boosheid zal zich vermenigvuldigen. Dat geldt écht.”
A. Janse is al bijna vijftien jaar gepensioneerd maar nog steeds actief onder asielzoekers in het azc van Middelburg. „Tientallen vluchtelingen zijn gedoopt in allerlei kerken in de wijde omgeving, onder meer in de ICF-gemeente in Rotterdam.”Toen Janse met pensioen ging als directeur van de Willem Teellinckschool in Middelburg, zag zijn vrouw dezelfde avond een advertentie in een plaatselijke krant. Er werden vrijwilligers gevraagd voor een nieuw asielzoekerscentrum.
Janse ging daar Engelse les geven, en in de beslotenheid van de woonkamer ook godsdienstonderwijs. Het werk onder asielzoekers liet hem niet meer los. Op 75-jarige leeftijd besteedt hij dagelijks nog twee uur aan dit werk.
Zijn oranje ”huiswerkboekje” dat hij al die jaren heeft bijgehouden, toont ontmoetingen met honderden vluchtelingen met tientallen nationaliteiten. Velen zijn inmiddels weer vertrokken, soms naar gevaarlijke landen. „Ze krijgen dan wel twee jaar extra bescherming, maar daarna valt de veiligheid weg. Dan worden ze soms zomaar een kopje kleiner gemaakt.” Veelbetekenend maakt hij een snelle beweging ter hoogte van de keel.
Janse kent de wereld van de vluchtelingen van binnenuit. Dat blijkt tijdens een rondgang op het terrein van het azc. Allerlei nationaliteiten en leeftijden lopen hier rond. Kinderen spelen. Jongelui zitten aan een bar. Een enkele oudere zoekt zich een weg.
„Deze mensen leven in schrijnende situaties”, zegt Janse. „Ze leven met acht personen in één kamer, met soms vier of vijf nationaliteiten, zonder dat ze elkaars taal kennen. De een wil om elf uur slapen, de ander blijft tot twee uur ’s nachts televisie kijken.”
De vragen rond het geloof leven hier sterk. „Dat is het treffende van deze groep: ze hebben allemaal een duidelijk godsbesef. Nederlanders twijfelen aan dit of aan dat, of noemen zich atheïst. Maar deze buitenlanders lezen de Bijbel stuk.”
Janse weet niet zo goed hoe hij een verschijnsel als het ”bidden in de Geest” moet waarderen. „Ik weet ook niet zo goed wat ik me voor moet stellen bij de ”gaven van de Geest”. Maar ik zie zulke dingen hier wel gebeuren. Ook heb ik wonderlijke dingen gehoord over dromen die sommige moslims hebben gehad. Er zijn moslims die de weg naar Christus hebben gevonden dankzij aanwijzingen in een droom. Ik kan dromen noemen die echt uitgekomen zijn.”
Vanuit Janses eigen gemeente (de gereformeerde gemeente te Middelburg-Centrum) wordt al vele jaren tijd en energie besteed aan de asielzoekers. „Na de dienst kunnen asielzoekers bij gastgezinnen terecht voor de koffie. Gemeenteleden vertalen tijdens de dienst de preek in verschillende talen. Er is door de jaren heen veel geld geïnvesteerd in Bijbelse lectuur.”
Janse komt nooit met lege handen bij asielzoekers. Nu, aan het einde van het jaar, heeft hij kalenders bij zich, meest van de bekende christelijke organisaties. Een man uit Sierra Leone mag er eentje uitkiezen. Hij bekijkt ze allemaal aandacht. Hij neemt de Mbumakalender met een Afrikaanse omslag. Janse: „Ze dachten bij het asielzoekerscentrum eens dat ik voor een verhuisbedrijf werkte, omdat ik altijd een tas bij me had.”
Janse heeft voor iedereen een praatje. Hij kent de namen van de mensen, informeert naar hun levensomstandigheden. Een goede bekende is Sahil, een Afghaan die vorig jaar gedoopt is. Drie jaar geleden is hij gevlucht uit Kaboel. Zijn vader was betrokken was bij de Russische bezetting en werd daarom opgepakt door het Talibanregime.
Langs omwegen kwam Sahil in België terecht. In de trein, onderweg naar Nederland, werd hij gepakt door de politie en naar Middelburg gestuurd. Daar vroeg hij asiel aan. Tot zijn grote blijdschap kreeg hij dit jaar zijn vaste verblijfsvergunning. „Een wonder! Want 95 procent van zulke verzoeken wordt afgewezen.” Sahil volgt nu een opleiding in Goes.
Over zijn familie heeft Sahil ondertussen geen enkele informatie. In de zomervakantie gaat hij naar Pakistan om daar zijn ouders en broers en zusters, die uit Afghanistan zijn gevlucht, te ontmoeten.
Zijn eigen leeftijd weet Sahil ook niet precies. Aan de hand van een medische test in Nederland is zijn leeftijd op 19 jaar gesteld, op de willekeurige datum van 1 januari. „Over een week word ik dus twintig”, lacht hij.
Door het lezen van de christelijke lectuur die Janse hem gaf, werd Sahil christen. „Ik was moslim die trouw de moskee bezocht en trouw vastte. Hier kwam ik voor het eerst in aanraking met de boodschap van Jezus. Ik kende Jezus alleen als een belangrijke profeet, maar niet als de Zoon van God. Die gedachte was voor mij zeer verwerpelijk, want hoe kan God nu een Zoon hebben? Het christendom was voor mij iets afschuwelijks, omdat het drie goden zou leren. God gaf mij echter het vaste geloof dat alleen Jezus de Verlosser is. De doop vervulde mij met een onbeschrijflijke vreugde.”
Janse: „Als je tegen asielzoekers zegt dat je gelooft in één God, valt er al een heel pak van hen af. Men heeft vaak vreemde gedachten van het christelijk geloof. Je merkt dat mensen met vragen zitten, maar je merkt ook dat het geloof voor hen een realiteit is die wij zó niet meer kennen.”
De voormalige schooldirecteur wil niet zo gauw het woord opwekking gebruiken. „Maar dát er hier veel gaande is, staat voor mij onomstotelijk vast. Vooral onder Armeniërs. Ze hebben van huis uit in hun eigen Armeens-Apostolische Kerk alleen maar een starre liturgie meegemaakt. Maar nu gaat de Bijbel open. Ze zijn zelf een kerkje begonnen, die ze de ”Bijbelkerk” noemen. In hun eigen huiskamers hebben ze de kruisen van de muur gehaald. En toen ze in de Bijbel lazen dat de vrouw iets op het hoofd moet hebben tijdens een kerkdienst, hebben ze dat direct ingevoerd. Het gebeurt allemaal zo spontaan.
Ook onder Iraniërs is zo’n opleving te bespeuren. Er zijn velen onder hen die gedoopt zijn.”
Janse is er verwonderd over dat hij voor zo veel ontheemde en berooide mensen een middel heeft mogen zijn om tot het christendom over te komen. „God heeft aan dat wat niets is Zijn genade geopenbaard. Nou, deze mensen zijn ook werkelijk niets. Als je soms hoort wat voor een leven ze achter de rug hebben, onvoorstelbaar! Dan zijn deze mensen een beschamend voorbeeld voor anderen die al zo lang onder het Woord zitten.”
Je merkt, zegt Janse, dat waar de Bijbel opengaat, de Geest wonderen doet. „Het is geen cliché als ik zeg: Waar het Woord gelezen en verkondigd wordt, daar kan de Geest Zijn werking doen. Wil je nog geloven dat God wonderen doet, óók in genezing van lichamelijke ziekten, en bij mensen die psychisch totaal in de knoop hebben gezeten, dan moet je hier zijn.”
De naam van Sahil is om pricacyredenen achteraf aangepast.